Beëindiging toevoeging bij weigering betaling eigen bijdrage

Rechtzoekende heeft een toevoeging ontvangen voor het voeren van verweer tegen een verzoek van haar voormalige werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst en het instellen van een loonvordering tegen die werkgever. De toevoeging is tussentijds beëindigd omdat rechtzoekende de eigen bijdrage niet betaalt en daarnaast de voor een loonvordering jegens de voormalige werkgever benodigde stukken niet overlegt.

Niet in geschil is dat rechtzoekende de eigen bijdrage niet heeft betaald. De Raad voor de Rechtsbijstand kon derhalve de toevoeging krachtens art. 33 lid 1, aanhef en onder c beëindigen. Aan de volgens het Handboek Toevoegen gestelde eisen voor beëindiging is bovendien voldaan. Dat rechtsbijstandverlener in de ontbindingsprocedure geen verweer heeft gevoerd, betekent niet dat zij geen voor vergoeding in aanmerking komende werkzaamheden heeft verricht. Het betoog dat de eigen bijdrage niet op € 750,- maar op € 410,- moet worden gesteld faalt, nu rechtzoekende deze grond voor het eerst in hoger beroep aanvoert.