Intrekking toevoeging wegens resultaatbeoordeling.
Registratienummer |
201105456/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
10/262
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Financiële beoordeling
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De RvR (hierna: ‘de raad’) heeft terecht de toevoeging met terugwerkende kracht ingetrokken omdat rechtzoekende als resultaat van de rechtsbijstand een vordering heeft van ten minste 50% van het heffingvrij vermogen.
De raad heeft bij de vaststelling van de hoogte van de vordering de door rechtzoekende gestelde belastingschulden en overige schulden daarop terecht niet in mindering gebracht. Uit de huwelijkse voorwaarden noch uit het echtscheidingsconvenant volgt dat bij de echtscheiding op rechtzoekende een verplichting rustte om die schulden af te lossen. Dat die schulden zijn ontstaan tijdens het huwelijk waarin een gemeenschappelijke huishouding werd gevoerd, laat onverlet dat die schulden niet als huwelijkse schulden zijn betrokken bij de afwikkeling van de echtscheiding.
De raad heeft terecht de door rechtzoekende uit de opbrengst voldane aflossing van de schulden niet aangemerkt als een zwaarwegende of een bijzondere omstandigheid.