Geen aparte toevoeging bij verweven vluchtverhalen
Registratienummer |
201202081/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
11/2918
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Asiel- en vreemdelingenrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De aanvraag om een toevoeging voor het inbrengen van een zienswijze over het voornemen een besluit te nemen met betrekking tot een verblijfsvergunning in de asielprocedure is terecht afgewezen, omdat de werkzaamheden in de zaak van rechtzoekende vallen onder het bereik van een eerdere, aan haar echtgenoot verleende toevoeging.
Het door rechtzoekende gestelde afzonderlijke element in haar vluchtverhaal laat onverlet dat dit verhaal wat betreft het onderwerp en het daaraan ten grondslag liggende feitencomplex niet zodanig verschilt van dat van haar echtgenoot, dat de raad daarin een afzonderlijk rechtsbelang had moeten aannemen.
Dat rechtzoekende met haar zienswijze probeerde te bereiken dat haar een eigen, niet van de status van haar echtgenoot afhankelijke verblijfsvergunning zou worden verleend, omdat tegen haar echtgenoot een onderzoek was ingesteld op basis van artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag, heeft de rechtbank terecht onvoldoende geacht om een dergelijk zelfstandig rechtsbelang aan te nemen.