Afwijzing peiljaarverlegging
Registratienummer |
201105582/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/3327
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Financiële beoordeling
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De aanvraag om peiljaarverlegging is afgewezen. Het geschil spitst zich toe op de vraag of in het jaar waarin de aanvraag is gedaan, in 2009, sprake is van een terugval in vermogen als bedoeld in art. 34c lid 1 Wrb.
Teneinde een verzoek om peiljaarverlegging als bedoeld in art. 34c lid 1 Wrb te kunnen honoreren, dient de aanvrager van de peiljaarverlegging aannemelijk te maken dat het vermogen, als bedoeld in art. 1 lid 1 aanhef en onder o Wrb met minstens 15% is afgenomen ten opzichte van het peiljaar. Omdat over het jaar van de aanvraag nog geen voorlopige of definitieve aanslag inkomstenbelasting bekend is, dient de raad een schatting te maken van het vermogen van rechtzoekende in het jaar 2009. Het was aan rechtzoekende om alle gegevens en bescheiden waarover zij redelijkerwijs kon beschikken en die voor de aanvraag nodig waren, over te leggen.
De raad heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat de door rechtzoekende gestelde, maar niet nader gespecificeerde uitgaven onzekere toekomstige gebeurtenissen betreffen, waarmee zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar vermogen in 2009 het heffingvrij vermogen niet zal overschrijden.