Rechtsbelang betreft de uitoefening van een zelfstandig beroep of bedrijf
Registratienummer |
201008560/1/H2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/2292
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Verbintenissenrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
Rechtzoekende heeft geen vergoedingen ontvangen voor werkzaamheden die zij als bewindvoerder van een inmiddels failliete stichting heeft verricht.
De gevraagde toevoegingen zien op het instellen van hoger beroep tegen beschikkingen van de kantonrechter op verzoeken om toekenning van die vergoedingen. Nu uit de bedrijfsomschrijving in het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat de stichting zich onder meer bezighield met bewindvoering, en het doel van de procedures waarvoor de toevoegingen zijn aangevraagd het verkrijgen van een vergoeding voor verrichte werkzaamheden als bewindvoerder is, zijn de toevoegingen terecht geweigerd omdat de aanvraag betrekking heeft op een rechtsbelang dat de uitoefening van een zelfstandig beroep of bedrijf betreft. Dat rechtzoekende over de vergoeding inkomstenbelasting moet betalen en dat rechtzoekende ten onrechte is ontslagen als bewindvoerder doet daar niet aan af. Belang om in de toekomst weer als bewindvoerder te kunnen worden benoemd, is niet het rechtsbelang waarop de aanvragen om toevoeging betrekking hebben.
De uitzondering uit art. 12 lid 2 aanhef en onder e, sub 1 Wrb gaat niet op, omdat het beroep of bedrijf in de vorm van een stichting, derhalve een rechtspersoon, wordt gevoerd. De uitzondering, bedoeld in die aanhef en onder e, sub 2 is evenmin van toepassing, daar rechtzoekende in eerste aanleg niet als verweerder in de procedures betrokken is geweest.