Intrekking toevoeging wegens resultaatbeoordeling
Registratienummer |
201008475/1/H2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/4007
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Resultaatbeoordeling
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De RvR heeft terecht de toevoeging met terugwerkende kracht ingetrokken omdat rechtzoekende als resultaat van de rechtsbijstand een vordering heeft van ten minste 50% van het heffingvrij vermogen.
De omstandigheid dat de helft van de overwaarde van de voormalige echtelijke woning feitelijk reeds van rechtzoekende was doet er niet aan af dat het volledige bedrag dat wegens overbedeling aan haar is uitgekeerd tot het resultaat van de echtscheidingsprocedure moet worden gerekend. Het betoog van de rechtzoekende dat sprake is van discriminatie, nu zij de voormalige echtelijke woning heeft moeten verlaten, terwijl haar voormalige echtgenoot in de woning kan blijven wonen en tevens zijn toevoeging behoudt, faalt. Van discriminatie is geen sprake als er voor het maken van onderscheid in het licht van de doelen van de van toepassing zijnde regeling redelijke en objectieve gronden bestaan, zoals in dit geval.
De door rechtzoekende aangevoerde omstandigheden zijn geen zwaarwegende omstandigheden op grond waarvan de RvR had moeten afzien van het met terugwerkende kracht intrekken van de verleende toevoeging.