Geen toevoeging bij een bedrijfsmatig rechtsbelang
Registratienummer |
201008269/1/H2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
10/2684
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Verbintenissenrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
Betreft hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter, waarin het bedrijf van rechtzoekende en rechtzoekende als bestuurder hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan een derde.
Nu rechtzoekende in zijn hoedanigheid van bestuurder van zijn bedrijf is aangesproken, is het geschil ontstaan in het kader van de uitoefening van een bedrijf. De uitzonderingssituatie in art. 12 lid 2 aanhef en onder e, sub 1 doet zich niet voor, daar het bedrijf een rechtspersoon is. Dat het merendeel van de activa aan rechtzoekende in privé toebehoort maakt dit niet anders.
Er bestaat geen verplichting tot toevoeging op grond van art. 6 EVRM, nu het tot de normale bedrijfsrisico’s behoort dat in verband met de werkzaamheden van het bedrijf gerechtelijke procedures worden ingesteld en dat daarin ook de bestuurder van de rechtspersoon in privé kan worden betrokken.