Bereik bij toevoeging voor uithuisplaatsing
Registratienummer |
201005539/1/H2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/1361
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Personen- en familierecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De rechtsbijstand waarvoor beide toevoegingen zijn gevraagd, betreft de uithuisplaatsing. Dat de verlenging ervan en de beëindiging ervan in verschillende wettelijke bepalingen zijn geregeld, maakt dit niet anders. Evenmin doet dat de omstandigheid dat de uithuisplaatsing tussentijds is verlengd. Het bestuur heeft zich dan ook niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de werkzaamheden waarvoor de toevoeging is verleend, ter behartiging van hetzelfde rechtsbelang dienen als dat waarvoor eerder was toegevoegd.
Een verzoek aan een stichting om beëindiging van de uithuisplaatsing valt niet onder artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg, zodat geen sprake is van een procedure. Gelet hierop heeft de rechtbank met juistheid geoordeeld dat het bestuur zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zich geen meerdere procedures voordoen, als bedoeld in artikel 32 van de Wrb.
Nu voor de werkzaamheden onder een eerder verleende toevoeging reeds een procedure is gevoerd, kan de later verleende toevoeging, zoals de rechtbank terecht en op goede gronden heeft overwogen, ook alleen voor een procedure zijn verleend.