Toegekende proceskostenvergoeding terecht in mindering gebracht op vergoeding rechtsbijstandverlener
Registratienummer |
201004010/1/H2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
08/3275
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Raad voor Rechtsbijstand
|
Uitspraak |
Hoger beroep gegrond
|
Essentie
Rechtsbijstandverlener heeft niet voldaan aan de verplichting om een afschrift van het besluit tot toevoeging aan het bestuursorgaan over te leggen. De raad heeft daarom in redelijkheid gebruik mogen maken van de in artikel 4:48, eerste lid, onder b, van de Awb neergelegde bevoegdheid om de subsidie ten nadele van rechtsbijstandverlener te wijzigen en aldus de door het bestuursorgaan toegekende proceskostenvergoeding in mindering te brengen op het bedrag dat als vergoeding voor rechtsbijstand is vastgesteld.
Een anders luidende opvatting zou betekenen dat een rechtsbijstandverlener door het niet voldoen aan deze subsidieverplichting kan bewerkstelligen dat het bestuursorgaan de proceskostenvergoeding ten onrechte aan de rechtzoekende toekent, de raad deze proceskostenvergoeding niet ingevolge artikel 32, derde lid, van het Bvr 2000 in mindering kan brengen op het bedrag dat als vergoeding voor verleende rechtsbijstand is vastgesteld, en derhalve zowel de rechtsbijstandverlener als de rechtzoekende een vergoeding ontvangen voor dezelfde door de advocaat ten behoeve van de cliënt gemaakte proceskosten.