Ontoereikende grond verschaft bij aanvraag om toevoeging
Registratienummer |
201008664/1/H2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/2654
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Sociale verzekeringen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De raad heeft de aanvraag van rechtzoekende om een toevoeging voor rechtsbijstand voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), afgewezen. Dat rechtzoekende achteraf gezien in de zaak over het schuldig nalatig verklaren in gelijk is gesteld, is niet van belang. Het gaat er immers om of aan de raad een toereikende grond is verschaft voor het verstrekken van een toevoeging en niet om hetgeen zich nadien in de onderliggende zaak nog heeft voorgedaan.
Nu rechtzoekende ter toelichting aan de raad van het verzoek om toevoeging heeft volstaan met de verwijzing naar de aan de SVB gerichte motivering van het bezwaar, bestaande uit twee zinnen met twee gronden en die gelet op de Wfv en de jurisprudentie op zichzelf niet tot het beoogde resultaat kunnen leiden, heeft de raad, ook bij een marginale toets van aangevoerde gronden, in redelijkheid de weigering van de gevraagde toevoeging kunnen handhaven.