Verrekening van de kostenvergoeding met de vaststelvergoeding
Registratienummer |
200902857
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
08/5543
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Raad voor Rechtsbijstand
|
Uitspraak |
Hoger beroep gegrond
|
Essentie
Rechtsbijstandverlener heeft op 17 juli 2007 bij besluit van het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) een kostenvergoeding van €644,00 toegekend gekregen. De RvR heeft op de vergoeding voor rechtsbijstandverlener vanwege deze kostenvergoeding in mindering gebracht €598,00, en €46,00, vanwege de eigen bijdrage van rechtzoekende, tot een bedrag van €344,53.
Uit de redactie van het besluit van 17 juli 2007 kan niet worden afgeleid dat de vergoeding van €644,00 rechtstreeks aan de rechtzoekende is toegekend, maar hieruit volgt dat rechtsbijstandverlener zelf recht heeft op deze kostenvergoeding. Daarvan komt een bedrag van €46,00 toe aan rechtzoekende, zodat hij schadeloos wordt gesteld voor de door hem voldane eigen bijdrage. Rechtsbijstandverlener heeft recht op het resterende bedrag, te weten €598,00 zodat de RvR dit terecht in mindering heeft gebracht op zijn vergoeding. Het ligt op de weg van rechtsbijstandverlener om ervoor te zorgen dat het college de kostenvergoeding op de juiste rekening overmaakt, zodat het niet van belang is dat de betaling op de derdengeldrekening van rechtsbijstandverlener is overgemaakt.