Verkeerde schatting bij peiljaarverlegging
Registratienummer |
200903663
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
08/144
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Financiële beoordeling
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep gegrond
|
Essentie
De RvR heeft de aanvraag om Peiljaarverlegging ten behoeve van rechtzoekende afgewezen terwijl de schatting van het vermogen van rechtzoekende niet met de nodige zorgvuldigheid was verricht. Aangezien rechtzoekende van aanvang af heeft aangevoerd dat de Belastingdienst ten onrechte de waarde van de woning tot haar vermogen rekent en dit met verschillende documenten heeft onderbouwd, mocht van de RvR worden verwacht dat hij daar nader onderzoek naar had gedaan. Temeer nu rechtzoekende er in haar bezwaarschrift op heeft gewezen dat zij deze stukken ook aan de Belastingdienst heeft toegestuurd met het oog op de berekening van haar vermogen.
Ook brengt de vereiste zorgvuldigheid met zich mee dat een zo precies mogelijke schatting van het vermogen van de betrokkene wordt gemaakt, omdat de RvR in een geval waarin een aanvraag om Peiljaarverlegging is afgewezen, niet opnieuw ambtshalve een besluit neemt, nadat de Belastingdienst de aanslag voor het betreffende jaar definitief heeft vastgesteld.
Bovendien is de RvR bij een ander besluit op aanvraag om een toevoeging van rechtzoekende uitgegaan van een vermogen voor 2007 van €0, -. Op dat moment was de definitieve aanslag voor 2007 van de Belastingdienst nog niet bekend, zodat de RvR op dat moment nog niet over vaststaande gegevens van de Belastingdienst kon beschikken.