Rechtsbijstand die niet kennelijk van iedere grond is ontbloot
Registratienummer |
201003760
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/1449
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Bestuursrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep gegrond
|
Essentie
Rechtzoekende heeft verzocht om een toevoeging voor het indienen van een verzetschrift tegen een beschikking van de gemeente waarbij niet betaalde gemeentebelastingen worden ingevorderd.
Het gaat hierbij niet om een bestuursrechtelijke procedure waarbij slechts verzet is gedaan op nader aan te voeren gronden, maar om een procedure als bedoeld in artikel 17 van de Invorderingswet, die aanvangt met een dagvaarding. Uit de conceptdagvaarding blijkt dat rechtzoekende zich niet kan vinden in de hoogte van de beslagvrije voet.
Van een volstrekt ontoereikende grond is geen sprake. Bij het nemen van een besluit op de aanvraag is niet vereist dat alle werkzaamheden reeds zijn verricht, zodat de raad, aan wie de conceptdagvaarding in bezwaar is overlegd, niet op grond hiervan de toevoeging heeft kunnen weigeren.