Procureurstoeslag
Registratienummer |
201000722
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/1680
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
ongegrond
|
Essentie
Nadat rechtsbijstandverlener bezwaar heeft gemaakt tegen het feit dat bij de vaststelling van de vergoeding ten onrechte geen procureurstoeslag is toegekend, heeft de RvR (hierna: ‘de raad’) rechtsbijstandverlener verzocht om binnen een bepaalde termijn een nadere motivering te geven.
Op het aanvraagformulier is de vraag of een wettelijk verplicht procureur in een ander arrondissement is ingeschakeld ontkennend beantwoord. In de bij de aanvraag gevoegde stukken is evenmin vermeld dat een procureur is ingeschakeld. Gelet op de beschikbaar gestelde informatie hoefde de raad in bezwaar niet aan te nemen dat voor deze procedure wel een procureur was ingeschakeld en de raad mocht rechtsbijstandverlener om aanvullend bewijs vragen.
Terecht zijn de voor het eerst in beroep overgelegde bewijsstukken buiten beschouwing gelaten. Bij de beoordeling van een besluit op bezwaar moet immers worden uitgegaan van de zich ten tijde van het nemen van dat besluit voordoende feiten en omstandigheden. Nu de stukken niet in bezwaar zijn overlegd, heeft de raad met die stukken geen rekening kunnen houden. De raad heeft terecht geconcludeerd dat niet is aangetoond dat voor de procedure waarop de aanvraag betrekking heeft een procureur in een ander arrondissement is ingeschakeld.