Nihilstelling eigen bijdrage bij vrijspraak
Registratienummer |
200909897
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
08/3902
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Financiële beoordeling
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
ongegrond
|
Essentie
Rechtsbijstandverlener heeft een toevoeging gekregen voor het voeren van een beklagprocedure over het niet vervolgen van strafbare feiten, als neergelegd in artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. De vraag is of artikel 44 lid 3 Wrb in het onderhavige geval analoog dient te worden toegepast, zodat de eigen bijdrage niet verschuldigd is.
De wetgever heeft beoogd om toepassing van deze bepaling beperkt te houden tot strafzaken waarvoor een toevoeging is verleend aan een verdachte. Een beklagprocedure is daarmee niet vergelijkbaar.
De rechtbank heeft terecht overwogen dat er geen grond is om artikel 44 lid 3 Wrb analoog toe te passen bij het vaststellen van een vergoeding voor de door rechtsbijstandverlener gevoerde beklagprocedure. De ‘analoge’ zaak waarin de eigen bijdrage niet op de vastgestelde vergoeding in minder is gebracht betrof geen beklagprocedure als hier aan de orde. Bovendien betrof dit besluit een ‘’kennelijke misslag’’ omdat daarin een onjuiste uitleg is gegeven van artikel 44 lid 3 Wrb.