Bedrijfsmatig handelen rechtspersoon
Registratienummer |
200907827
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
09/3504 en 09/3505
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Verbintenissenrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De RvR heeft de aanvraag van rechtzoekende om een toevoeging terecht afgewezen omdat het rechtsbelang waarop de aanvraag betrekking heeft de uitoefening van een zelfstandig bedrijf betreft en er geen aanleiding bestaat om in dit geval een uitzondering te maken.
Rechtzoekende heeft de aanvraag in haar hoedanigheid van besloten vennootschap ingediend en stond ten tijde van het besluit van 9 juni 2009 ook als zodanig in het handelsregister geregistreerd. De omstandigheid dat het bedrijf van rechtzoekende in september 2004 nog in oprichting was en het gestelde feitelijke karakter van haar bedrijfsvoering kunnen dat niet anders maken. Nu art. 12 lid 1, aanhef en onder e Wrb zich verzet tegen het verlenen van rechtsbijstand aan het bedrijf van rechtzoekende is art. 36 lid 1 Wrb terecht buiten toepassing gelaten. Nu de onderhavige aanvraag na inwerkingtreding van de Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Wet op de rechtsbijstand door de RvR is ontvangen, is het recht dat gold voor 1 april 2006, waarin de mogelijke verlening van een voorwaardelijke toevoeging was geregeld, terecht buiten toepassing gelaten.