Hoofdstuk 3 - Bereik civielrechtelijke zaken
Inleiding
Het beleid in dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op civielrechtelijke zaken. Het moet in samenhang met en als verdieping op het algemene hoofdstuk over bereik gelezen worden.
Aanname afzonderlijk rechtsbelang: algemeen
In civiele zaken wordt vaak gewerkt met een aanname voor de beoordeling of sprake is van hetzelfde rechtsbelang.
Bij meerdere aanvragen binnen een jaar na afgifte van de eerste toevoeging moet duidelijk zijn of er sprake is van een afzonderlijk rechtsbelang of een aparte procedure bij een andere instantie. Is sprake van een afzonderlijk rechtsbelang, kan een toevoeging worden verstrekt voor advies c.q. procedure. Als dit niet uit de aanvragen blijkt bel je de advocaat of maak je de aanvraag onvolledig met tekstcode 050, waarbij je verwijst naar de andere toevoeging (relatienummer invullen).
Als de tweede toevoegingsaanvraag één jaar of langer na afgifte van de eerste toevoeging wordt ontvangen, zou je in verband met tijdsverloop kunnen aannemen dat er sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden en een afzonderlijk rechtsbelang. Bij declaratie blijft toetsing op grond van artikel 29 lid 4 Bvr mogelijk. In High Trust zaken doet deze aanname niet ter zake, omdat uit de feitelijke gang van zaken uit het dossier blijkt of er sprake is van een afzonderlijk rechtsbelang.
Aanname wil niet zeggen dat je zonder meer een nieuwe toevoeging verstrekt. Als uit de aanvraag, het dossier of uit de toevoeg-/ vaststelhistorie van cliënt blijkt dat sprake is van hetzelfde rechtsbelang, zonder dat sprake is van diversiteit van procedures dan wordt de vervolgaanvraag zoals gebruikelijk afgewezen op bereik.
Bij aanvragen binnen een jaar na afgifte van de eerste toevoeging waarbij niet direct duidelijk is dat sprake is van een afzonderlijk rechtsbelang of een aparte procedure, bel je de advocaat of maak je de aanvraag onvolledig met de volgende tekst:
“Er is al een toevoeging verstrekt voor een echtscheiding inclusief nevenvorderingen. Wilt u aangeven:
- waarom u van mening bent dat de te verrichten werkzaamheden niet vallen onder het bereik van deze eerdere toevoeging?
- is op basis van deze toevoeging een procedure aanhangig gemaakt?
- wordt de nu aangevraagde toevoeging ook gebruikt voor het voeren van een procedure?”
Als de aanvraag is ingediend door een andere advocaat van een ander kantoor gebruik je de volgende tekst:
“Er is al een toevoeging verstrekt voor eenzelfde rechtsbelang aan mr. X te Y onder nummer 0AA0000. Wilt u aangeven:
- waarom u van mening bent dat de te verrichten werkzaamheden niet vallen onder het bereik van deze eerdere toevoeging?
- is op basis van deze toevoeging een procedure aanhangig gemaakt?
- wordt de nu aangevraagde toevoeging ook gebruikt voor het voeren van een procedure?”
- Als u de zaak wilt overnemen van de andere advocaat dan kunt u een verzoek tot overname indienen, onder overlegging van de originele toevoeging. Het mutatieformulier kunt u downloaden via www.rvr.org.”
Als uit de reactie blijkt dat sprake is van een afzonderlijk rechtsbelang verstrek je een toevoeging voor advies c.q. procedure.
Is er geen sprake van een afzonderlijk rechtsbelang, maar wel een afzonderlijke procedure verstrek je de toevoeging uitsluitend voor procedure. Je geeft bij inhoudelijke toelichting aan “advies onder bereik van ….”.
Als uit de reactie niet blijkt dat sprake is van een afzonderlijk rechtsbelang of procedure wijs je de aanvraag af op bereik.
3.1 Procedurele bijzonderheden/incidenten
3.1.1 Afsplitsen van procedures
Leidend voor de Raad is: per verzoekschrift/dagvaarding één toevoeging. Als de rechtbank een procedure splitst en hieraan verschillende rolnummers geeft wordt geen (tweede) afzonderlijke toevoeging verstrekt, omdat sprake is/blijft van hetzelfde rechtsbelang.
3.1.2 Terugverwijzing
Zie paragraaf 1.6 en 1.7.
3.1.3 Vrijwaringsprocedure
Stelt rechtzoekende dat iemand anders verantwoordelijk is voor het voldoen van de vordering, dan kan die persoon met verlof van de rechter opgeroepen worden om rechtzoekende te vrijwaren van de vordering. Voor het verzoek aan de rechter verstrek je geen aparte toevoeging, dit is een voorbereidingshandeling.
Voor de vrijwaringsprocedure verstrek je een aparte proceduretoevoeging. Als de aanvraag voor advieswerkzaamheden wordt gedaan, wijs je de aanvraag af op het bereik van de toevoeging die is verstrekt voor de hoofdzaak.
3.1.4 Bodemprocedure en voorlopig getuigen- / deskundigenverhoor
Een voorlopig getuigenverhoor loopt vooruit op de bodemprocedure. Hiervoor kun je een toevoeging verstrekken. Bij de toevoegaanvraag voor de bodemprocedure beoordeel je of er sprake is van twee afzonderlijke procedures. Als de toevoeging voor de bodemprocedure voor advies is aangevraagd, wijs je de aanvraag af op het bereik van de toevoeging die is verstrekt voor het voorlopig getuigenverhoor. Zodra een aparte bodemprocedure gevoerd gaat worden, kan de advocaat een nieuwe aanvraag indienen. Als er een getuigenverhoor gehouden wordt terwijl de bodemprocedure aanhangig is, geldt dit niet als een afzonderlijke procedure en wijs je af op bereik.
3.1.5 Executiemaatregelen
Executie
Je verstrekt voor executiewerkzaamheden een afzonderlijke toevoeging met zaakcode R010 als:
- de rechtzoekende oorspronkelijk betalend was of zelf procedeerde, en ten tijde van de executie in aanmerking komt voor een toevoeging,
of
- er een geschil ontstaat naar aanleiding van de executie en dit aanleiding geeft tot een nieuwe procedure (executiegeschil),
of
- een periode van een jaar verstreken is na beëindiging van de procedure én aanmerkelijke werkzaamheden nodig zijn.
NB. Voor executiegeschillen met de voormalige partner, gebruik je de code P100.
Beslag
Je verstrekt voor de hoofdzaak én de extra werkzaamheden met betrekking tot het verlof tot beslaglegging één toevoeging. Werkzaamheden in verband met beslag (bijvoorbeeld opheffen beslag of geschil beslagvrije voet), nakoming/tenuitvoerlegging (executiemaatregelen) van een overeenkomst, vonnis of beschikking of inning proceskosten vallen onder de reikwijdte van de verstrekte toevoeging voor de hoofdzaak. Voor meer informatie over de diverse soorten beslagen, zie bijlage Beslagen.
In zaken over ernstige gewelds- of zedenmisdrijven kan het OM voor slachtoffers conservatoir beslag leggen op het vermogen van de verdachte. Deze werkzaamheden en de voorlopige schade inventarisatie hieraan voorafgaand vallen onder bereik van de O013-toevoeging in de hoofdzaak.
Is er voor de hoofdzaak geen toevoeging verstrekt, zie werkinstructie R010.
De beslaglegger kan een procedure bij de rechter opstarten als:
- een derde-beslagene weigert te verklaren wat hij onder zich heeft van de schuldenaar;
- een derde-beslagene de gelden of goederen weigert af te staan;
- de beslaglegger de verklaring van de derde-beslagene betwist.
Hiervoor kun je een afzonderlijke proceduretoevoeging met zaakcode R010 verstrekken.
3.1.6 Verkrijgen EET-gewaarmerkte beslissing
De werkzaamheden voor het verkrijgen een EET-gewaarmerkte beslissing (Europese Executoriale Titel) vallen onder het bereik van de toevoeging van de hoofdzaak.
3.1.7 Prejudiciële vragen bij het Europese Hof
De werkzaamheden van de advocaat in het kader van prejudiciële vragen bij het Europese Hof vallen onder bereik van de toevoeging die is afgegeven voor de nationale procedure.
3.1.8 Prejudiciële vragen bij de Hoge Raad
Is sprake van werkzaamheden voor de behandeling van de prejudiciële vragen bij de Hoge Raad, dan kun je een afzonderlijke toevoeging verstrekken. Zie ook werkinstructie bereik algemeen paragraaf 1.4.
3.2 Personen en familierecht: beëindiging relatie
De advieswerkzaamheden met betrekking tot de verschillende rechtsvragen die ontstaan bij het beëindigen van een relatie vallen onder het bereik van de toevoeging die wordt verstrekt voor advies en de eerste procedure. Dit kan een toevoeging voor de echtscheiding (P015) of voor de beëindiging samenwoning (P012) zijn. Zie ook hoofdstuk 1.
3.2.1 Echtscheiding en nevenvorderingen
De werkzaamheden met betrekking tot het treffen en/of wijzigen van nevenvorderingen vallen onder het bereik van de toevoeging voor de echtscheiding.
3.2.2 Boedelscheiding naast echtscheiding
De boedelscheiding is een nevenvoorziening die onder het bereik van de toevoeging voor de echtscheiding valt. Worden de procedurele werkzaamheden voor boedelscheiding afgesplitst van de echtscheidingsprocedure, dan is sprake van een voortgezette procedure, ondanks dat aan de boedelscheiding een nieuw procedurenummer is gegeven (zie paragraaf 1.4 en 3.1).
3.2.3 Boedelscheiding ná echtscheiding
Als na echtscheiding voor de boedelscheiding een afzonderlijke dagvaardingsprocedure wordt gevoerd, dan is sprake van diversiteit van procedures. Je verstrekt voor deze procedure een nieuwe toevoeging (zie paragraaf 1.3). Is voor de echtscheiding een toevoeging verstrekt, dan verstrek je een proceduretoevoeging P050. De advieswerkzaamheden vallen onder het bereik van de toevoeging voor de echtscheiding.
3.2.3.1 Boedelscheiding ná echtscheiding én naast nevenvorderingen
Werkzaamheden voor de boedelscheiding (P050) ná echtscheiding vallen nooit onder het bereik van een toevoeging voor een andere nevenvordering.
3.2.4 Beëindiging samenwoning
De toevoeging verstrekt voor de beëindiging (P012) geldt voor de advieswerkzaamheden in alle voorzieningen en de eerste procedure. Voor elke volgende procedure verstrek je een afzonderlijke toevoeging (zie paragraaf 1.3).
3.2.5 Geschil voortvloeiend uit beëindiging relatie
3.2.5.1 Straat-en/of contactverbod of sociaal mediaverbod / vaderschapsactie
Advieswerkzaamheden voor een straat- en/of contactverbod of sociaal mediaverbod (O011) of een vaderschapsactie (P070) naast een beëindiging relatie vallen onder het bereik van de toevoeging voor de beëindiging van de relatie (bijvoorbeeld P015 of P012). De problematiek vloeit voort uit hetzelfde feitencomplex. Wordt een afzonderlijke procedure gevoerd, dan verstrek je hiervoor een nieuwe toevoeging (zie paragraaf 1.3).
3.2.5.2 Maritaal beslag
Maritaal beslag is een bijzonder conservatoir beslag dat beide echtgenoten kunnen leggen op goederen uit de huwelijksgemeenschap. Voorwaarde is dat er een wettelijke (algehele of beperkte) gemeenschap van goederen bestaat. Dit beslag kan worden gelegd als een echtscheidingsprocedure aanhangig is gemaakt of bij een vordering tot opheffing van de gemeenschap van goederen. Het conservatoir maritaal beslag wordt gelegd om te voorkomen dat de andere echtgenoot de goederen wegmaakt (m.a.w.: beveiliging van het mede-eigendomsrecht). Voor het leggen van dit beslag is verlof van de voorzieningenrechter nodig. Hiervoor moet de eiser gegronde vrees voor verduistering van de gemeenschapsgoederen aannemelijk maken. De werkzaamheden voor het maritaal beslag vallen onder het bereik van de toevoeging voor de hoofdzaak.
3.2.6 Verzoening of intrekking
Wordt een tweede toevoeging voor echtscheiding aangevraagd na verzoening of intrekking van de procedure, dan toets je of de werkzaamheden onder het bereik van de eerdere toevoeging vallen. Vindt de aanvraag toevoeging plaats na het verstrijken van de wachttermijn van drie maanden (zie werkinstructie artikel 28 Bvr), dan is sprake van een afzonderlijk rechtsbelang en je verstrekt een toevoeging voor advies c.q. procedure.
Wordt een tweede toevoeging voor verbreking samenwoning aangevraagd na verzoening, dan kan de verzoening gezien worden als gewijzigde omstandigheid en verstrek je een tweede toevoeging voor advies c.q. procedure.
3.2.7 Geschil na beëindiging relatie
Ook na beëindiging van de relatie kan sprake zijn van multi-problematiek. Worden na beëindiging van de relatie meerdere adviestoevoegingen aangevraagd voor meerdere vorderingen (vaststelling of wijziging omgang, alimentatie e.d.) dan verstrek je één toevoeging voor advies c.q. procedure. De advieswerkzaamheden van de overige vorderingen vallen onder het bereik van deze toevoeging. Voor de tweede en volgende procedure verstrek je afzonderlijke toevoegingen.
3.2.8 Religieuze echtscheiding (O010) naast P012 of P015
Advieswerkzaamheden voor de religieuze echtscheiding naast een beëindiging samenwoning of echtscheiding met nevenvorderingen vallen onder het bereik van de toevoeging voor de beëindiging van de relatie (bijvoorbeeld P015 of P012). De problematiek vloeit voort uit hetzelfde feitencomplex. Wordt een afzonderlijke procedure gevoerd, dan verstrek je hiervoor een nieuwe toevoeging (zie paragraaf 1.3).
3.3 Personen- en familierecht: ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
Meerdere kinderen, hetzelfde rechtsbelang
Worden meerdere minderjarigen uit een gezin onder toezicht gesteld en/of uithuisgeplaatst of wordt verweer gevoerd tegen de verlenging hiervan, dan is er sprake van een samenstel van belangen. Je verstrekt één toevoeging voor bijstand aan meerdere minderjarigen. Zie ook paragraaf 1.2.1.
Meerdere kinderen, verschillende rechtsbelangen
Binnen het gezin kunnen er meerdere kinderen zijn waarvan de problematiek met betrekking tot de OTS/UHP substantieel anders is waarbij je bij wijze van uitzondering een tweede toevoeging kunt verstrekken. Je beoordeelt of deze ieder afzonderlijk een zelfstandige betekenis hebben. De rechtsbijstandverlener dient dan te motiveren waarom sprake is van (juridisch relevante) verschillende problematiek om bij wijze van uitzondering meer dan één toevoeging te verstrekken.
Voorbeeld meerdere kinderen, aparte rechtsbelangen: Kinderen zijn ondergebracht bij diverse instellingen/gastgezinnen.
Als er meerdere toevoegingen worden afgegeven dan verstrek je ze als groepstoevoeging. Je geeft bij de inhoudelijke toelichting de code SH (samenhang) op met het Grasnummer van het andere dossier. Bij declaratie toetst de vaststeller of daadwerkelijk sprake was van verschillende verweren.
OTS/UHP en gezag/omgang
Bestaat er een geschil over OTS/UHP met een voogdijinstelling en daarnaast een geschil over het gezag of de omgang met een belanghebbende, dan is er sprake van een samenstel van belangen. De problematiek rondom het kind hangt in deze zaken zo nauw met elkaar samen dat niet gesproken kan worden van zelfstandige rechtsbelangen. In de adviesfase verstrek je één toevoeging. Is er sprake van diversiteit van procedures, dan verstrek je twee toevoegingen op samenhang (zie ook art. 11 Bvr).
3.4 Arbeidsrecht
3.4.1 Bereik meeromvattende verzoekschriftprocedure
Binnen één verzoekschriftprocedure kunnen meerdere verzoeken worden behandeld. Je toetst of sprake is van hetzelfde rechtsbelang. Werkzaamheden die voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex betreffen hetzelfde rechtsbelang. Bijvoorbeeld alle werkzaamheden die samenhangen met beëindiging van de arbeidsrelatie (loondoorbetaling, wedertewerkstelling, concurrentiebeding, transitievergoeding, uitbetaling vakantiedagen, etcetera). Je verstrekt hiervoor één toevoeging.
3.4.2 Bereik toevoeging bedrijfsongeval en arbeidsgeschillen
Een bedrijfsongeval wordt gezien als een zelfstandig rechtsbelang waarvoor een A032- toevoeging wordt verstrekt voor advies c.q. procedure. Je toetst niet op bereik met andere toevoegingen met een A-zaakcode.
3.4.3 Bereik toevoeging bedrijfsongeval en aansprakelijkheidsgeschillen (O-zaakcodes)
Worden er voor een bedrijfsongeval twee toevoegingen binnen een jaar na afgifte van de eerste toevoeging aangevraagd, tegen de (ex)werkgever en de verzekeringsmaatschappij, dan moet uit de aanvragen blijken dat er twee afzonderlijke procedures gevoerd (gaan) worden. Als dit niet uit de aanvraag blijkt bel je de advocaat of maak je de aanvraag onvolledig met tekstcode 050, waarbij je verwijst naar de andere toevoeging (relatiekenmerk invullen).
3.5 Huurrecht
3.5.1 Bereik partners/medehuurders
Als voor partners of medehuurders een aparte toevoeging wordt aangevraagd voor hetzelfde huurgeschil verstrek je één toevoeging. Er is immers maar één huurcontract. De andere aanvraag wijs je af op bereik.
Zijn er meerdere huurcontracten, zoals bij onderhuur of studentenhuizen, dan is er sprake van gescheiden rechtsbelangen en verstrek je afzonderlijke toevoegingen.
3.5.2 Bereik, ander rechtsbelang
Een geschil over onderhoud door de verhuurder uit een eerdere periode zien we als een afzonderlijk rechtsbelang. Deze dient los te staan van een eventuele ontbinding van de huurovereenkomst. Voor het onderhoud door de verhuurder ( H020) verstrek je dan een nieuwe toevoeging.
3.5.3 Bereik, hetzelfde rechtsbelang
Voor werkzaamheden die voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex, zoals een geschil over onderhoud door de verhuurder gevolgd door geschil ontbinding huurovereenkomst (oorzaak – gevolg),verstrek je één toevoeging.
Versie |
2.14
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |
Inhoudsopgave
- Inleiding
- 3.1 Procedurele bijzonderheden/incidenten
- 3.1.1 Afsplitsen van procedures
- 3.1.2 Terugverwijzing
- 3.1.3 Vrijwaringsprocedure
- 3.1.4 Bodemprocedure en voorlopig getuigen- / deskundigenverhoor
- 3.1.5 Executiemaatregelen
- 3.1.6 Verkrijgen EET-gewaarmerkte beslissing
- 3.1.7 Prejudiciële vragen bij het Europese Hof
- 3.1.8 Prejudiciële vragen bij de Hoge Raad
- 3.2 Personen en familierecht: beëindiging relatie
- 3.2.1 Echtscheiding en nevenvorderingen
- 3.2.2 Boedelscheiding naast echtscheiding
- 3.2.3 Boedelscheiding ná echtscheiding
- 3.2.4 Beëindiging samenwoning
- 3.2.5 Geschil voortvloeiend uit beëindiging relatie
- 3.2.6 Verzoening of intrekking
- 3.2.7 Geschil na beëindiging relatie
- 3.2.8 Religieuze echtscheiding (O010) naast P012 of P015
- 3.3 Personen- en familierecht: ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
- 3.4 Arbeidsrecht
- 3.5 Huurrecht