Hoofdstuk 2 - Bereik Bestuursrechtelijke zaken
Inleiding
Het beleid in dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op bestuursrechtelijke zaken. Het moet in samenhang met en als verdieping op het algemene hoofdstuk over bereik gelezen worden.
2.1 Mogelijke ‘rechtsgangen’
- voornemenprocedure;
- bezwaar bij de betrokken overheidsinstelling, bijvoorbeeld bij de gemeente of het UWV;
- administratief beroep bij het beroepsorgaan;
- (direct) beroep bij de rechtbank;
- hoger beroep, bijvoorbeeld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State of bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB);
- voorlopige voorziening (artikel 8:81 Awb);
- verzet (geen afzonderlijke rechtsgang, betreft voortzetting van procedure);
- terugverwijzing naar voorliggende (eerdere) instantie;
- herziening onherroepelijke uitspraak (artikel 8:119 Awb).
2.1.1 Bezwaar na aanvraagfase / bestuursrechtelijk voornemen
Wordt op grond van bijzondere omstandigheden een toevoeging verstrekt voor de aanvraagfase en/of het bestuursrechtelijk voornemen, dan geldt deze ook voor de daaropvolgende bezwaarprocedure. Bij de aanvullende omschrijving neem je op: “aanvraag / zienswijze c.q. bezwaar”.
Zie voor invulling van ‘bijzondere omstandigheden’ de zaakgerelateerde werkinstructie op Kenniswijzer. Een aanvraag voor de hoofdzaak wijs je af op bereik.
2.1.2 Alsnog beslissing door bestuursorgaan
Als hangende het bezwaar of beroep alsnog een (primair) besluit wordt genomen door het bestuursorgaan, dan wordt dit van rechtswege op grond van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 6:19 Awb) meegenomen bij de behandeling van het bezwaar of beroep. De werkzaamheden vallen onder bereik van de eerdere toevoeging.
Bovenstaande geldt ook voor een procedure over niet tijdig beslissen (artikel 6:20 Awb).
2.1.3 Terugverwijzing
Terugverwijzing naar voornemenfase: Is de zaak terugverwezen naar het bestuursorgaan om een nieuw voornemen uit te brengen, dan wordt de aanvraag afgewezen op bereik van de toevoeging die eerder voor het voornemen is verstrekt (bijvoorbeeld voornemen op aanvraag asiel, voornemen Ruimtelijke Ordening).
Terugverwijzing naar bezwaarfase: Is de zaak terugverwezen naar het bestuursorgaan om opnieuw een beslissing te nemen in bezwaar, dan wordt de aanvraag afgewezen op bereik van de toevoeging die eerder voor de bezwaarprocedure is verstrekt.
Terugverwijzing naar beroepsfase: Is de zaak terugverwezen naar de rechtbank om opnieuw een beslissing te nemen in beroep, dan wordt de aanvraag afgewezen op bereik van de toevoeging die eerder voor de beroepsprocedure is verstrekt (ECLI:NL:RVS:2012:BX7123) .
2.1.4 Bezwaar na afwijzing verzoek herziening onherroepelijke beslissing
Is er bij wijze van uitzondering een toevoeging verstrekt voor verzoek herziening onherroepelijke beslissing, dan geldt deze ook voor de behandeling van het bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek.
2.1.5 Wet dwangsom
Is er bij wijze van uitzondering voor de ingebrekestelling (advieswerkzaamheden) in het kader van de Wet dwangsom een LAT of reguliere toevoeging verstrekt, dan geldt deze toevoeging ook voor de daaropvolgende procedure.
Dit kan zijn:
- direct beroep;
- bezwaarschriftprocedure, ingeval het bestuursorgaan ondertussen een inhoudelijke beslissing heeft genomen;
- bezwaarschriftprocedure tegen de hoogte/ weigering dwangsom.
Een toevoeging die betrekking heeft op de Wet Dwangsom verstrek je altijd met de zaakcode van de hoofdzaak die eronder ligt, bijvoorbeeld C010, D070, V010, V042 enz. Dit betekent dat de specialisatievereisten voor de onderliggende zaak ook van toepassing zijn. De regelingen voor bereik en samenhang zijn eveneens van toepassing.
2.1.6 Meerdere voorlopige voorzieningen voor hetzelfde rechtsbelang
Je toetst bij een aanvraag voor een voorlopige voorziening in de bezwaarfase of voor hetzelfde rechtsbelang al eerder in de bezwaarfase een toevoeging voor een voorlopige voorzieningenprocedure is verstrekt. Ook toets je of er sprake is van hetzelfde onderliggende feitencomplex. Als dit beide het geval is dan wijs je de aanvraag af op het bereik van de eerder verstrekte toevoeging, Er is hier sprake van hetzelfde rechtsbelang bij dezelfde instantie.
De voorgaande systematiek geldt voor elke fase (bezwaar, beroep of hoger beroep) met meerdere voorlopige voorzieningenprocedures. Voor de vergoeding van extra zittingen, zie de werkinstructie Art. 07 Bvr.
2.2 Meerdere beslissingen/rechtsvragen: één rechtsbelang = één toevoeging
Uitgangspunt is dat per rechtsbelang één toevoeging wordt verstrekt. Bij meerdere beslissingen van een bestuursorgaan is niet zonder meer sprake van meerdere rechtsbelangen.
Wanneer per rechtsbelang meerdere toevoegingen worden aangevraagd, moet worden aangetoond dat de bestreden beslissingen ieder afzonderlijk een zelfstandige betekenis hebben. Bijvoorbeeld: er is sprake is van een sterk verschillend feitencomplex.
Uiteraard kan een bepaald rechtsbelang leiden tot meerdere rechtsvragen, op zich is dat geen reden om voor ieder van die rechtsvragen afzonderlijk een toevoeging te verstrekken. Alleen als er daadwerkelijk sprake is van een afgescheiden inhoudelijke rechtsgang in een procedure (dit kan bij dezelfde instantie zijn), kan een aparte toevoeging worden verstrekt (voor procedure).
Voorbeeld meerdere rechtsbelangen
- Er is geconstateerd dat rechtzoekende bepaalde gegevens niet heeft doorgegeven aan de uitkeringsinstantie, bijvoorbeeld inkomsten of samenwoning. De rechtzoekende ontvangt een beschikking dat de uitkering wordt geschorst en later een beschikking dat de uitkering wordt beëindigd. Hier is sprake van één rechtsbelang. Namelijk de stopzetting van de uitkering en het recht op uitkering in de toekomst.
- Daarnaast kan de rechtzoekende een beschikking krijgen dat de uitkering over de periode waarin geen recht op uitkering bestond, wordt ingetrokken en een beschikking dat de al uitbetaalde uitkering over deze periode wordt teruggevorderd, als ook een beschikking over de brutering van de uitkering. Dit kan ook bijzondere bijstand naast reguliere bijstand zijn. Hier is ook sprake van één rechtsbelang, het recht op uitkering in een periode in het verleden.
- Naast de gevolgen voor de uitkering zelf kan ook een boete worden opgelegd. Dit is ook weer één rechtsbelang.
Je kunt voor elk van deze rechtsbelangen een toevoeging voor advies of procedure verstrekken. Wel geef je aan dat er sprake is van een groepstoevoeging en neem je bij inhoudelijke toelichting de code SH (samenhang) met het toevoegkenmerk van het andere dossier op.
Bij declaratie van de werkzaamheden houd je rekening met samenhang (zie werkinstructie Artikel 11 Bvr).
Meeromvattende beschikking = één rechtsbelang
Voor bezwaar of beroep tegen een meeromvattende beschikking (met meerdere beslissingen), waarbij sprake kan zijn van diversiteit van rechtsvragen, verstrek je één toevoeging. Dit komt regelmatig voor in asiel- en vreemdelingenzaken.
2.3. Asiel- en vreemdelingenzaken
2.3.1 Verknocht verband / Meegereisden
Per verknocht verband verstrekt RvR Legal Aid één toevoeging op naam van de hoofdcliënt. Tot een verknocht verband rekenen we bijvoorbeeld een gezin bestaande uit: moeder, vader en minderjarige kinderen. Minderjarig wil zeggen jonger dan 18 jaar. Aan meerderjarige meegereisde kinderen verstrek je een afzonderlijke toevoeging. Ook een grootouder of meerderjarig kind zonder de ouders die samen reist met de minderjarige (klein)kinderen zien we als verknocht verband. Andere voorbeelden van verknocht verband.
Wordt een minderjarig kind vóór aanvang van de asielprocedure of tijdens een lopende asielprocedure alsnog meerderjarig, dan kan vanaf dat moment voor het meerderjarig kind bij de Raad een gemotiveerde, afzonderlijke toevoeging worden aangevraagd.
Je kunt een afzonderlijke toevoeging voor advies c.q. procedure verstrekken voor een meegereisde partner als deze een afzonderlijk asielmotief heeft. Je geeft aan dat er sprake is van een groepstoevoeging en neemt bij de inhoudelijke toelichting de zin op: ‘samenhang met toevoeging [toevoegkenmerk ander dossier]’. Bijvoorbeeld in geloofszaken waarin beide partners een eigen asielmotief hebben.
Als de aanvraag niet gemotiveerd is dan wijs je deze af op bereik met de toevoeging op naam van de hoofdcliënt. Is voor de hoofdcliënt nog geen toevoeging afgegeven dan maak je de aanvraag onvolledig en vraag je om nadere uitleg.
Je verstrekt in geen geval een toevoeging op naam van een meegereisde in plaats van op naam van de hoofdcliënt.
2.3.2 (Hoger) Beroep en/of voorlopige voorzieningen op nader aan te voeren gronden
Het instellen van (hoger) beroep c.q. voorlopige voorziening op nader aan te voeren gronden (pro forma beroep / via CIV-formulier) valt onder bereik van de toevoeging in eerdere aanleg.
2.3.3 Voorlopige voorziening in asielzaken
Je verstrekt in asielzaken geen afzonderlijke toevoeging voor een voorlopige voorziening. De werkzaamheden worden geacht te vallen onder de toevoeging voor (hoger) beroep.
Voor mogelijkheid toeslag voorlopige voorziening, zie werkinstructie artikel 5a Bvr toeslagen asiel.
2.3.4 Meerdere voorlopige voorzieningen tegen uitzetting
Je toetst bij een aanvraag voor een voorlopige voorziening of er nog een voorlopige voorziening-procedure loopt. Als dit het geval is wijs je de aanvraag af op het bereik van de eerder verstrekte toevoeging, er is hier sprake van hetzelfde rechtsbelang én geen diversiteit van procedures.
Mocht die eerdere voorlopige voorziening al behandeld zijn op zitting en is er een uitzettingsdatum bekend, dan verstrek je een nieuwe toevoeging.
2.3.5 Declaratie voortijdig beëindigde procedures
Bij voortijdig beëindigde procedure toets je of er sprake is van substantiële werkzaamheden om een afzonderlijke vergoeding vast te kunnen stellen. Zijn er in dezelfde zaak meerdere toevoegingen verstrekt, zoals een bodemzaak en een voorlopige voorziening, dan beoordeel je die tegelijkertijd. Je beoordeelt welke werkzaamheden zijn verricht op beide toevoegingen. Is één van beide toevoegingen niet gebruikt voor procedure, dat wil zeggen er zijn geen afzonderlijke gronden ingediend, dan vallen de werkzaamheden onder het bereik van de andere toevoeging. Dit ongeacht welk van de twee toevoegingen (bodem of voorlopige voorziening) voor ‘advies c.q. procedure’ of voor ‘procedure’ is verstrekt.
2.3.6 Second Opinion
Als je een toevoeging verstrekt voor second opinion dan geldt deze ook voor de eventueel daaropvolgende hoofdzaak. Bij de aanvullende omschrijving neem je op: “second opinion c.q. hoofdzaak”.
Als er een LAT is verstrekt voor second opinion en dit leidt tot een procedure, dan muteer je de LAT naar een reguliere toevoeging.
2.3.7 Beroep asiel: eerder geen zienswijze ingediend
Wordt een toevoeging aangevraagd voor beroep asiel ( V042) en blijkt uit de beschikking dat er geen zienswijze is ingediend, dan wijs je de aanvraag voor beroep af op bereik van de eerdere toevoeging voor V041. ( RvS 15 april 2009, 200805638/1/H2) Dit geldt niet als de asielaanvraag in de A.A./V.A. procedure ( V060) is afgehandeld.
Versie |
2.15
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |
Inhoudsopgave
- Inleiding
- 2.1 Mogelijke ‘rechtsgangen’
- 2.2 Meerdere beslissingen/rechtsvragen: één rechtsbelang = één toevoeging
- 2.3. Asiel- en vreemdelingenzaken
- 2.3.1 Verknocht verband / Meegereisden
- 2.3.2 (Hoger) Beroep en/of voorlopige voorzieningen op nader aan te voeren gronden
- 2.3.3 Voorlopige voorziening in asielzaken
- 2.3.4 Meerdere voorlopige voorzieningen tegen uitzetting
- 2.3.5 Declaratie voortijdig beëindigde procedures
- 2.3.6 Second Opinion
- 2.3.7 Beroep asiel: eerder geen zienswijze ingediend