Aantekeningen bij Artikel 32 Wrb
*Uit: Handboek Toevoegen 2007
Artikel 32 Wet op de rechtsbijstand
Aantekening 1 *
Art. 32 Wrb Aanspraak op rechtsbijstand op basis van een eerder verstrekte toevoeging
Ingevolge artikel 28 lid 1 onder b Wrb kan een toevoeging worden geweigerd indien het verzoek betrekking heeft op een rechtsbelang ter zake waarvan rechtzoekende aanspraak kan maken op basis van een eerder afgegeven toevoeging. Deze bepaling hangt nauw samen met artikel 32 Wrb waarin het bereik van de toevoeging is geregeld. De bepaling is met name van belang in die gevallen waarin er ten behoeve van één rechtzoekende tegelijkertijd of achtereenvolgens meer dan één aanvraag om rechtsbijstand wordt ingediend. Op grond van artikel 32 Wrb omvat de toevoeging alle werkzaamheden die dienen ter behartiging van het op de toevoeging aangewezen rechtsbelang. De omvang en de duur van de werkzaamheden zijn niet van belang (de bewerkelijkheid van een zaak kan uiteraard wel een criterium zijn in het kader van de vast te stellen vergoeding).
Slechts in één opzicht beperkt het artikel het bereik van de afgegeven toevoeging. In het geval een procedure moet worden gevoerd, geldt de toevoeging slechts voor de behandeling in één instantie, de executie daaronder begrepen. Gelet op artikel 32 kunnen ten behoeve van dezelfde rechtzoekende slechts meerdere toevoegingen worden afgegeven indien er sprake is van een diversiteit aan onderscheiden rechtsbelangen of, indien sprake is van hetzelfde rechtsbelang, van een diversiteit aan procedures. Aan beide criteria wordt in het beoordelingsproces een onderlinge rangorde toegekend. Indien reeds eerder rechtsbijstand op basis van een toevoeging is verleend, dan wordt een gelijktijdig of daaropvolgend ingediende aanvraag eerst getoetst aan het criterium ‘diversiteit van rechtsbelangen.’
Is er sprake van een ander rechtsbelang dan wordt de aanvraag eerder op de gebruikelijke wijze getoetst aan de diverse wettelijke criteria (belang, gegrondheid, noodzaak rechtsbijstand etc.).
Indien wordt vastgesteld dat de aanvraag betrekking heeft op hetzelfde rechtsbelang waarvoor reeds eerder rechtsbijstand op basis van toevoeging is verleend, dan wordt de aanvraag getoetst aan het criterium diversiteit van procedures ten overstaan van verschillende instanties.
Voor de toetsing aan dit laatste criterium is van belang of:
- de eerder afgegeven toevoeging is aangewend voor het voeren van een procedure;
- de gevraagde toevoeging daadwerkelijk zal worden aangewend voor het voeren van een procedure voor een andere instantie.
Aan de onder 2 genoemde voorwaarde is overigens niet voldaan indien het beroep wordt ingesteld op nader aan te voeren gronden. Indien beide vragen positief beantwoord worden, is sprake van een diversiteit van procedures en kan de toevoeging, na verdere inhoudelijke financiële beoordeling voor procedure worden afgegeven.
Deze geclausuleerde afgifte is overigens niet een opdracht tot het verlenen van een bepaalde vorm van rechtsbijstand doch een voorwaarde waaraan in beginsel voldaan zal moeten zijn, wil daarna aanspraak gemaakt kunnen worden op een vergoeding.
Aantekening 2 *
Art. 32 Wrb Rechtsbelang
Aantekening 3 *
Art. 32 Wrb Procedure
In die gevallen waarin een toevoeging is afgegeven voor het bezwaar tegen het uitblijven van de beslissing op een aanvraag, omvat die toevoeging tevens de behandeling van het bezwaar tegen de primaire beschikking. Hier is derhalve geen sprake van meerdere procedures. Voor de beoordeling van de vraag of sprake is van verschillende procedures ten overstaan van verschillende instanties is het gestelde in artikel 1 sub b Bvr van belang.
Artikel1sub b Bvr
In dit besluit wordt verstaan onder:
procedure: een zaak die aanhangig is gemaakt bij een bij wet ingesteld tuchtrechtelijk college als mede een zaak op het terrein van het burgerlijk of bestuursrecht die aanhangig is gemaakt bij:
- de burgerlijke rechter,
- de administratieve rechter,
- het bestuursorgaan dat in administratief beroep oordeelt,
- het bestuursorgaan dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht oordeelt over een bezwaar,
- de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening in het kader van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945,
- de huurcommissie die oordeelt in het kader van de Huurprijzenwet woonruimte,
- de instantie die oordeelt over een geschil dat is onderworpen aan arbitrage of bindend advies,
- de instantie die oordeelt in een wettelijk geregelde klachtprocedure,
- de Minister van Justitie in het kader van het inbrengen van een zienswijze tegen het voornemen om een beslissing te nemen met betrekking tot een verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 39 en 41 van de Vreemdelingenwet 2000
Aantekening 4 *
Art. 32 Wrb Toevoeging voor bezwaar
Indien op een besluit in primo een bezwaar volgt, dan kan een toevoeging worden verleend voor de bezwaarprocedure.
Hierop volgt een beslissing op bezwaar. Indien de beslissing op bezwaar wordt aangevochten kan een toevoeging voor de procedure in beroep worden verleend. Wanneer de beslissing op bezwaar door de rechtbank wordt vernietigd en het bestuursorgaan een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank is er sprake van herleving van de bezwaarfase. Op grond van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 augustus 1999 (H01.99.0054) wordt de hernieuwde behandeling van een bezwaarschrift aangemerkt als verlenging van dezelfde procedure in dezelfde instantie. In deze situatie wordt dus geen toevoeging verleend.
Indien het bestuursorgaan een nieuwe beslissing op het bezwaarschrift heeft genomen kan daarvan opnieuw in beroep worden gegaan bij de rechtbank. Dit wordt beschouwd als een nieuwe procedure waarvoor een nieuwe toevoeging wordt afgegeven.
Indien tegelijkertijd op basis van artikel 6:18 jo artikel 6:19 Awb een nieuw besluit wordt genomen, wordt het beroep/bezwaarschrift mede geacht te zijn gericht tegen de herziene beslissing welke dient te worden behandeld op dezelfde toevoeging.
Aantekening 5 *
Art. 32 Wrb Het ‘voornemen’ in bestuursrechtelijke en vreemdelingenwetzaken
Het bestuursrechtelijk voornemen (bijvoorbeeld tot het intrekken van een uitkering, het voornemen tot ongewenst verklaring of het voornemen tot afwijzing van een mvv) speelt zich af in de voorfase. Hier wordt niet voor toegevoegd.
Dit is alleen anders in asielzaken waar het voornemen expliciet als procedure is gedefinieerd in het Bvr.
Wanneer op grond van bijzondere omstandigheden wel een toevoeging wordt verleend, geldt deze uiteraard ook voor de bezwaarprocedure.
Aantekening 6 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Het bereik van de toevoeging in strafzaken
Ingevolge artikel 28 lid 1 sub b Wrb kan een toevoeging worden geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een rechtsbelang ter zake waarvan rechtzoekende aanspraak kan maken op basis van een eerder afgegeven toevoeging. Deze bepaling hangt nauw samen met artikel 32 Wrb waarin het bereik van de toevoeging is geregeld.
Ten aanzien van strafzaken kan voorts nog worden gewezen op de bijzondere bepaling van artikel 43 lid 2 Sv.
Artikel 43 Sv
- De toevoeging van een raadsman, anders dan krachtens artikel 40, geschiedt voor de gehele aanleg waarin zij heeft plaats gehad.
- De toevoeging van een raadsman aan degene die krachtens een bevel tot voorlopige hechtenis is gedetineerd, is in iedere aanleg kosteloos.
Aantekening 7 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: De piketfase in strafzaken
De bijstand in de piketfase aan in verzekering gestelde verdachten (artikel 40 Sv) omvat tevens de rechtmatigheidstoets door de rechter-commissaris ex artikel 59a Sv en een eventueel door de officier van justitie (OvJ) ingesteld beroep tegen de beslissing van de rechtercommissaris. Vergoeding van deze werkzaamheden vindt plaats op grond van de piketregeling (artikel 23 Bvr). Er wordt voor deze werkzaamheden geen toevoeging verleend.
Aantekening 8 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Sepot/hoofdzaak
In strafzaken is in beginsel pas dan een grond aanwezig voor het verlenen van rechtsbijstand indien tegen de verdachte van een misdrijf een vervolging is aangevangen en hij op grond daarvan ter terechtzitting wordt gedagvaard. Toevoeging in een eerder stadium is mogelijk indien op grond van bijzondere omstandigheden rechtsbijstand van substantiële aard (bijv. gerechtelijk vooronderzoek/miniinstructie) moet worden verleend in de fase die voorafgaat aan de zitting. In de gevallen waarin op grond van de bijzondere omstandigheden een toevoeging is verleend, geldt de met het oog daarop verstrekte toevoeging tevens voor de behandeling van de strafzaak.
Aantekening 9 *
Art.32 Wrb Strafzaken: Nietige dagvaarding: Einduitspraak
Indien rechtsbijstand is verleend in een strafzaak en deze eindigde met een uitspraak waarbij de dagvaarding nietig is verklaard, wordt, indien opnieuw wordt gedagvaard, voor dezelfde zaak een nieuwe toevoeging verleend.
Aantekening 10 *
Art.32 Wrb Strafzaken: Intrekking( nietige) dagvaarding
Indien rechtsbijstand is verleend in een strafzaak en de dagvaarding door de officier van justitie vóór de behandeling ter terechtzitting is ingetrokken, wordt geen nieuwe toevoeging verleend indien in de zaak alsnog een nieuwe dagvaarding wordt uitgebracht.
Aantekening 11 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Gehele aanleg
Blijkens artikel 43 lid 1 Sv geldt de toevoeging in een strafzaak voor de gehele aanleg daarvan. In verband hiermee vallen de volgende werkzaamheden onder het bereik van de ten behoeve van de strafzaak afgegeven toevoeging. Het gaat o.a. om de volgende zaken:
- De behandeling van het bezwaarschrift tegen de dagvaarding c.q. de kennisgeving van verdere vervolging, het hoger beroep en het beroep in cassatie tegen de ter zake genomen beslissing.
- De behandeling in verband met het bevel tot gevangenhouding, de verlenging daarvan en het hoger beroep; zie voor vergoeding artikel 16 Bvr.
- De bijstand tijdens het gerechtelijk vooronderzoek en daarmee vergelijkbare onderzoeken (mini instructie); zie voor vergoeding artikel 17 Bvr.
- De voortgezette behandeling van de strafzaak na aanhouding, schorsing of na verwijzing naar de bevoegde rechter; zie voor vergoeding artikel 18 Bvr.
- Voor het bezwaarschrift tegen de inbeslagneming van een rijbewijs kan naast de hoofdzaak een afzonderlijke toevoeging worden verstrekt, indien het bezwaarschrift wordt behandeld in de raadkamer.
- Voor het verzoek tot schadevergoeding ex artikel 89 Sv dan wel een vordering schadevergoeding na vrijspraak kan een afzonderlijke toevoeging worden verstrekt.
Aantekening 12 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Hoger beroep/cassatie
De toevoeging die is afgegeven voor de behandeling van de strafzaak in eerste aanleg geldt tevens voor het advies ter zake van het hoger beroep en het instellen van dat beroep. Voor de behandeling van het hoger beroep wordt na dagvaarding een nieuwe toevoeging verleend. De toevoeging ter zake van het hoger beroep geldt tevens voor het advies ter zake van cassatie. Voor het daadwerkelijk instellen van cassatie wordt een nieuwe toevoeging afgegeven.
Aantekening 13 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Meerdere dagvaardingen
Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat per dagvaarding een afzonderlijke toevoeging wordt afgegeven. De terzake afgegeven toevoeging(en) omvat(ten) de behandeling van alle feiten en alle parketnummers die in de dagvaarding zijn vermeld.
Aantekening 14 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
Voor een vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling wordt een afzonderlijke toevoeging verstrekt, indien de vordering verband houdt met de overtreding van bijzondere voorwaarden. Dat dient te blijken uit de bij de aanvraag over te leggen stukken.
Indien de tenuitvoerlegging wordt gevorderd wegens overtreding van de algemene voorwaarden dat in de proeftijd geen strafbare feiten gepleegd worden, wordt gezien de samenhang met de hoofdzaak geen afzonderlijke toevoeging verleend.
Aantekening 15 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel
Voor verweer tegen een vordering ex artikel 36e Sr kan een afzonderlijke toevoeging worden aangevraagd
Aantekening 16 *
Art. 32 Wrb Strafzaken: Voeging als benadeelde partij
Indien een toevoeging is verleend terzake van voeging als benadeelde partij omvat de toevoeging tevens de executie van het vonnis. Er wordt niet toegevoegd voor een eenvoudige feitelijke aangelegenheid of eenvoudige schade. Slachtofferhulp kan rechtzoekende hierbij behulpzaam zijn. Indien wel wordt toegevoegd dan vallen werkzaamheden ter zake van de voeging als benadeelde partij in beginsel onder het bereik van een eerder afgegeven civiele toevoeging ter zake van onrechtmatige daad/schadevergoeding tegen de dader van het strafbaar feit. Twee toevoegingen kunnen worden afgegeven indien de benadeelde zich daadwerkelijk heeft gevoegd in het strafproces en daarnaast (aanvullend) een civiele procedure in rechte aanhangig is gemaakt.
Aantekening 18 *
Art. 32 Wrb Executie maatregelen
Tot de werkzaamheden van een rechtsbijstandverlener, die voor de behandeling van een zaak is toegevoegd, behoort ook het verrichten van die werkzaamheden, die verband houden met de tenuitvoerlegging (executie) van het verkregen vonnis. Voor executie wordt slechts afzonderlijk toegevoegd, indien:
- de rechtzoekende oorspronkelijk betalend of zelf procedeerde en ten tijde van de executie in aanmerking komt voor een toevoeging of
- als er geschil ontstaat naar aanleiding van de executie en dit aanleiding geeft tot een nieuwe procedure (executiegeschil);
- als een langere periode verstreken is én aanmerkelijke werkzaamheden nodig zijn.
Exequatur procedure
Een vonnis van een buitenlandse rechterlijke instantie kan in Nederland niet zomaar ten uitvoer worden gelegd. Daarvoor is toestemming van de rechtbank nodig. Een dergelijk verzoek moet door een procureur namens de rechtzoekende worden ingediend. In dat geval is er sprake van een exequatur procedure. Hiervoor kan worden toegevoegd als volgens verdragen executie van het buitenlandse vonnis hier te lande mogelijk is.
Beslagen
Executoriaal beslag
Executoriaal beslag is een van de middelen die een schuldeiser heeft om een vordering, die door de rechter is toegewezen, te innen. De schuldeiser kan het beslag zowel laten leggen op roerende goederen als onroerende goederen van de schuldenaar. Indien er beslag is gelegd, kan de schuldenaar niet over deze goederen beschikken. De goederen worden openbaar verkocht en de opbrengst gaat naar de schuldeiser. Voor het leggen van executoriaal beslag wordt geen afzonderlijke toevoeging verleend: de deurwaarder kan op grond van artikel 40 lid 1 Bvr zijn kosten declareren bij de griffie van de rechtbank volgens de daarvoor geldende regeling.
Conservatoir beslag
Conservatoir beslag is een beslag dat gelegd kan worden voordat er een vonnis is van de rechter. Het is een beslag om de vermogensbestanddelen van de schuldenaar te blokkeren, zodat deze er niet meer over kan beschikken, waardoor verhaal op de (eventuele) vordering mogelijk blijft. Om dit beslag te kunnen leggen is verlof vereist van de voorzieningenrechter van de rechtbank. Deze rechter bepaalt de termijn waarbinnen de eis in de hoofdzaak moet zijn ingesteld. Een vorm van conservatoir beslag is: ‘conservatoir beslag tot afgifte van zaken en levering van goederen’, in het verleden ‘revindicatoir beslag’ genoemd. Er wordt één toevoeging verleend: de toevoeging voor de hoofdzaak omvat ook de extra werkzaamheden met betrekking tot het verlof tot beslaglegging. Indien voor de hoofdzaak geen toevoeging is verzocht en deze toevoeging later wel wordt aangevraagd, vindt mutatie van de voor beslag afgegeven toevoeging plaats.
Conservatoir maritaal beslag
Dit is een bijzonder conservatoir beslag dat ieder der echtgenoten kan leggen op goederen uit de huwelijksgemeenschap. Voorwaarde is dat er een wettelijke (algehele of beperkte) gemeenschap van goederen bestaat. Dit beslag kan alleen worden gelegd indien een echtscheidingsprocedure aanhangig is gemaakt of bij een vordering tot opheffing van de gemeenschap van goederen. Het conservatoir maritaal beslag wordt gelegd om te voorkomen dat de andere echtgenoot de goederen wegmaakt (met andere woorden: beveiliging van het mede-eigendomsrecht). Voor het leggen van dit beslag is eveneens verlof van de voorzieningenrechter nodig. Hiervoor moet de eiser gegronde vrees voor verduistering van de gemeenschapsgoederen aannemelijk maken. In het geval van echtscheiding vallen de werkzaamheden met betrekking tot het maritaal beslag onder het bereik van de toevoeging welke is afgegeven voor de hoofdprocedure. Hiervoor wordt derhalve geen afzonderlijke toevoeging verleend.
Derdenbeslag
Dit is een zeer veel voorkomende vorm van beslag; het wordt gelegd op goederen of gelden die zich bij een derde bevinden, zoals het salaris van de schuldenaar onder de werkgever, zijn bank- of girosaldi, etc. Nadat vier weken zijn verstreken na het leggen van het beslag, dient de derde-beslagene te verklaren wat hij nu precies onder zich heeft (de bank verklaart hoeveel geld er op de rekening staat, de werkgever verklaart hoeveel loon de schuldenaar ontvangt, de bedrijfsvereniging verklaart hoe hoog de uitkering is). Derdenbeslag is mogelijk als conservatoir beslag en als executoriaal beslag.
Er wordt één toevoeging verleend; de toevoeging voor de hoofdzaak omvat ook de extra werkzaamheden met betrekking tot het verlof tot beslaglegging. Soms weigert een derde-beslagene te verklaren wat hij onder zich heeft van de schuldenaar, weigert hij de gelden of goederen af te staan of betwist de beslaglegger de verklaring van de derde-beslagene. In zo’n geval kan de beslaglegger een procedure bij de rechter opstarten. Hiervoor kan een procedure toevoeging worden verleend.
Opheffen beslag
Tot slot nog een opmerking over het opheffen van een gelegd beslag. Dit kan gevorderd worden in kort geding bij de voorzieningenrechter van de rechtbank en voor deze afzonderlijke procedure wordt eveneens een toevoeging verleend, zowel aan degene die het beslag wil laten opheffen als aan degene die zich tegen de opheffing wil verweren. De toevoeging wordt voor de procedure afgegeven.
Aantekening 19 *
Art. 32 Wrb Nadere beleidsregels inzake het bereik van toevoegingen
Op grond van artikel 32 Wrb worden de volgende beleidsregels gehanteerd.
- Voorbereidingshandelingen Onder het bereik van de toevoeging die ter zake van de hoofdzaak is verleend, vallen voorbereidingshandelingen. Het gaat hier onder andere om het verzoek om verlof tot het voeren van een procedure en het verzoek tot benoeming van een bijzonder curator.
- Advies beroep/hoger beroep De toevoeging die wordt afgegeven voor de behandeling van een zaak bij een gerecht cq. instantie omvat tevens het advies over het beroep cq. hoger beroep tegen de uitspraak.
- Verzet Indien tegen een uitspraak of beschikking verzet wordt aangetekend, wordt de behandeling van het geschil bij dezelfde instantie voortgezet. Het verzet zal derhalve moeten worden behandeld op basis van de in eerste instantie afgegeven toevoeging. Mocht er nog geen toevoeging zijn verleend, dan kan voor het verzet een afzonderlijke toevoeging worden verleend.
- Voorlopige voorzieningen/bodemprocedure Terzake van voorlopige voorzieningen en de bodemprocedure moeten, indien aan de overige voorwaarden voor toevoeging is voldaan, twee afzonderlijke toevoegingen worden aangevraagd indien het betreft: - kort geding, of - voorlopige voorziening ex artikel 223 of 254 Rv, of - voorlopige voorziening bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank ingevolge artikel 8:81 Awb. In overige gevallen omvat de toevoeging ter zake van de bodemprocedure tevens de voorlopige voorzieningen (bijv. echtscheiding).
- Incidenteel beroep In het geval incidenteel beroep wordt ingesteld door de gedaagde als eiser wordt slechts één toevoeging verleend.
Aantekening 20 *
Art. 32 Wrb Personen-en familierecht
Echtscheiding
- De toevoeging terzake van echtscheiding omvat de behandeling van de voorlopige voorzieningen, de wijziging daarvan, de behandeling van alle nevenvoorzieningen (gezag, alimentatie en boedelscheiding, verzoek om verlof tot conservatoir beslag) en het maritaal beslag (zie aantekening 17);
a. indien terzake van de boedelscheiding een afzonderlijke procedure moet worden gevoerd, kan daarvoor een aparte toevoeging worden verstrekt.
b. in het geval zich na een termijn van 3 maanden na beëindiging van de rechtsbijstand nieuwe feiten voordoen omtrent de uitvoering van de overeenkomst waarbij de boedelscheiding is geregeld, kan, mits aan alle overige criteria is voldaan, een nieuwe toevoeging worden afgegeven. - De toevoeging ter zake van de echtscheiding omvat, na verzoening, tevens de voortgezette behandeling van die echtscheiding, indien de aanvraag om rechtsbijstand wordt ingediend binnen 3 maanden na de verzoening.