Aantekeningen bij Artikel 28 Wrb
*Uit: Handboek Toevoegen 2007
Artikel 28 Wet op de rechtsbijstand
Aantekening 5 *
Art. 28 Wrb Zaken Boek I BW: Kantonrechter bevoegd
Artikel 6 lid 1 sub a Brt bepaalt dat geen toevoeging wordt verleend voor zaken die boek I BW betreffen en waarvan de kantonrechter bevoegd is kennis te nemen. Deze zaken betreffen onder meer:
verlof tot het aangaan van een huwelijk (art. 1:36 BW);
verzoek om handlichting (1:235 BW);
benoeming in de voogdij (1:295 BW);
onderbewindstelling (1:431 BW);
verzoek tot instelling van mentorschap.
Voor wat betreft onderbewindstelling kan wel rechtsbijstand op basis van toevoeging worden verleend indien derechtzoekende verweerder is in de procedure (art. 6 lid 2 onder b).
Aantekening 6 *
Art. 28 Wrb Bijzondere feitelijke of juridische complexiteit
Ingevolge art. 6 lid 2 sub a Brt kan rechtsbijstand in genoemde zaken die dienen bij de kantonrechter wel worden verleend indien sprake is van bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid.
Indien een beroep wordt gedaan op deze uitzonderingsgrond, zal de aanvraag om rechtsbijstand met een beroep op artikel 6 lid 2 sub a Brt uitvoerig moeten worden gemotiveerd.
Feitelijke ingewikkeldheid is aan de orde wanneer sprake is van een veelheid van juridisch relevante feiten. Juridische ingewikkeldheid doet zich voor wanneer sprake is van rechtsvragen die uitzonderlijk van aard zijn en die slechts incidenteel voorkomen.
Het niet spreken van de Nederlandse taal, het niet beschikken over juridische kennis of de (geestelijke) gezondheid van rechtzoekende maakt niet dat er sprake is van bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid.
Aantekening 9 *
Art. 28 Wrb Verbintenissenrecht artikel 7 Brt
Aantekening10 *
Art. 28 Wrb Betalingsregelingen, kwijtschelding en faillissement
- een voorliggende voorziening zonder resultaat is benut én
- er is sprake van een omvangrijke schuldenlast èn
- door het aanbieden van het akkoord is er een reëel uitzicht op schuldsanering
Aantekening 11 *
Art. 28 Wrb Verbintenissenrecht: Aanvullende beleidsregels
Op grond van artikel 28 lid 1 sub c Wrb wordt geen rechtsbijstand op basis van toevoeging verleend indien de aanvraag betrekking heeft op een rechtsprobleem dat naar het oordeel van de raad eenvoudig afgehandeld kan worden. Ten aanzien van het verbintenissenrecht worden door de raad de volgende beleidsregels gehanteerd:
- Geen rechtsbijstand op basis van toevoeging wordt verleend indien de aanvraag betrekking heeft op:
a. het opstellen van een overeenkomst;
b. een verzoek tot vaststelling van de huurprijs door de huurcommissie (art. 20 lid 1 Huurprijzenwet);
c. een aan de verhuurder te richten verzoek om medehuurderschap dan wel een verzoek tot woningruil;
d. het bemiddelen bij het verkrijgen van woonruimte. - In afwijking van het hiervoor bepaalde kan rechtsbijstand op basis van toevoeging worden verleend indien de bijzondere feitelijke of juridische complexiteit dat vereist
Aantekening 18 *
Art. 28 Wrb Het niet tijdig nemen van een besluit
Op grond van artikel 8 lid 1 sub b Brt wordt geen toevoeging verleend voor het aanvragen van uitkeringen en vergunningen. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op de indiening van de aanvraag.
De bepaling ziet niet op de situatie waarin over de aanvraag een geschil is ontstaan. Indien bijvoorbeeld de aanvraag niet in behandeling wordt genomen, of indien de beslissing op de aanvraag binnen de daarvoor gestelde termijn uitblijft, kan er sprake zijn van een rechtsgeschil waarvoor wel wordt toegevoegd. Indien op grond van deze bijzondere omstandigheid een toevoeging wordt verleend, geldt deze tevens voor een eventueel daaropvolgende expliciete weigering van de aanvraag.
Aantekening 19 *
Art. 28 Wrb Belastingaangifte en ambtshalve aanslag
Op grond van artikel 8 lid 1 sub d Brt wordt geen rechtsbijstand op basis van toevoeging verleend voor het doen van belastingaangifte.
Een enkele keer komt het voor dat de belastingdienst een aanslag oplegt omdat niet tijdig aangifte is gedaan. Dat wordt een ambtshalve aanslag genoemd. Op grond van artikel 8 lid 1 sub b Brt wordt voor een bezwaarschrift tegen een dergelijke ambtshalve aanslag niet toegevoegd. Een dergelijk bezwaarschrift behelst namelijk niet anders dan het alsnog doen van de vereiste aangifte.
Voor het beroep in een dergelijke zaak kan, mits wordt voldaan aan alle overige eisen, wel een toevoeging worden verleend. In belastingzaken wordt geen toevoeging verleend indien de gronden van het bezwaar feitelijk zijn. Indien de gronden juridisch van aard zijn en te maken hebben met de toepassing of uitleg van rechtsregels wordt kan een toevoeging worden aangevraagd.
Om te kunnen beoordelen of de gronden juridisch dan wel feitelijk van aard zijn moeten deze worden aangetoond
Aantekening 20 *
Art. 28 Wrb Verzoek om terug te komen op een onherroepelijke beslissing
Voor een verzoek aan een bestuursorgaan om terug te komen op een onherroepelijke beslissing (een herzieningsverzoek) wordt geen toevoeging verstrekt (art. 8 sub j Brt), behoudens het geval dat sprake is van juridische of feitelijke complexiteit. Indien een toevoeging wordt afgegeven, geldt deze tevens voor de behandeling van een eventueel bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek.
Aantekening 21 *
Art. 28 Wrb Bestuursrecht: Aanvullende regels
- Indien de aanvraag betrekking heeft op de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften.
- Indien de aanvraag betrekking heeft op een beslissing van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bevattende de beslissing dat rechtzoekende zich dient te onderwerpen aan een onderzoek naar de rijvaardigheid. In een dergelijk geval kan rechtzoekende, zoals ook in de betreffende beslissing wordt medegedeeld, een verzoek indienen om zich niet te hoeven onderwerpen aan een dergelijk onderzoek. Tevens bestaat de mogelijkheid dat rechtzoekende, nadat het onderzoek naar zijn rijvaardigheid heeft plaatsgevonden, een contra-expertise laat uitvoeren. Ook over de mogelijkheid daarvan wordt informatie ter beschikking gesteld door het Ministerie.
- Indien de aanvraag betrekking heeft op het indienen van een aanvraag tot schadevergoeding bij het Waarborgfonds Motorrijtuigenverkeer of het Schadefonds Geweldsmisdrijven. In het geval men het niet eens is met de beslissing op de aanvraag kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof. Voor dat beroep kan eventueel worden toegevoegd.