Vergoeding vervolgverhoren minderjarigen in A-zaken
Op 1 juni 2019 is een wet in werking getreden die – in navolging van Europese regelgeving – verplicht stelt dat een advocaat aanwezig is bij ieder verhoor van een minderjarige. Dit heeft er in de praktijk toe geleid dat advocaten vaker aanwezig moeten zijn bij vervolgverhoren. Met die toename van werkzaamheden was abusievelijk geen rekening gehouden in de nieuwe wet.
De toenmalige minister voor Rechtsbescherming heeft naar aanleiding van het inwerking treden van deze wet de Tweede Kamer op 2 september 2019 per brief geïnformeerd dat de vervolgverhoren bij minderjarigen in lichte- en middelzware zaken (de zogenaamde B en C zaken) worden vergoed tegen 1,5 punt per vervolgverhoor bovenop de 1,5 punt voor het eerste verhoor. De vergoeding in de zware zaken (A-zaken) bleef gelijk, daar wordt momenteel eenmalig 3 punten toegekend voor het eerste verhoor inclusief eventuele vervolgverhoren.
Uitspraak rechtbank Den Haag
Op 22 december heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de vergoeding voor vervolgverhoren in A-zaken van minderjarige verdachten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beleid van de Raad inzake vergoedingen voor vervolgverhoren in A-zaken van minderjarige verdachten in strijd is met art. 18 Richtlijn (EU) 2016/900 en dat deze vervolgverhoren ook in A-zaken moeten worden vergoed tegen 1,5 punt.
In overleg
De Raad heeft kennisgenomen van de uitspraak en is in overleg met het ministerie over de uitspraak. Zodra hierover meer bekend is, informeren wij u hierover op onze website. Vooralsnog houdt de Raad verzoeken om een piketvergoeding inzake vervolgverhoren in A-zaken aan.