Veelgestelde vragen over deskundigheidsbevordering
Heeft u vragen over de manier waarop de Raad de deskundigheidseisen in de inschrijvingsvoorwaarden toetst? Lees dan de veelgestelde vragen over de deskundigheidseisen bij de inschrijvingsvoorwaarden.
Algemene vragen over de deskundigheidseisen
Rechtsbijstand door een (op het vakgebied) deskundige advocaat is essentieel voor een effectieve toegang tot de rechter. Dit geldt in het bijzonder op rechtsgebieden waarbij sprake is van kwetsbare cliënten en een al dan niet geoorloofde inbreuk op hun grondrechten. Kwaliteit is niet los te zien van specialisatie. Een advocaat kan immers niet specialist zijn op alle rechtsgebieden. Gespecialiseerde advocaten zijn goed op de hoogte van de stand van zaken in hun rechtsgebied.
Voorkeursgebieden zijn altijd gekoppeld aan een verwijsarrangement van het Juridisch Loket. Een voorkeursgebied is een rechtsterrein waarvoor u zich kunt opgeven bij de Raad voor het ontvangen van doorverwijzingen van het Juridisch Loket. Voor een aantal voorkeursgebieden is vereist dat u ingeschreven staat voor de bijbehorende specialisatie. Voor inschrijving voor een specialisatie gelden de aanvullende deskundigheidseisen in de inschrijvingsvoorwaarden. Wanneer wij u inschrijven voor een specialisatie, schrijven wij u niet automatisch in voor het bijbehorende voorkeursgebied. U kunt zich voor het voorkeursgebied afzonderlijk aanmelden via [email protected]. Er bestaan negentien voorkeursgebieden. U kunt zich voor maximaal vier voorkeursgebieden inschrijven. Neemt u nog geen deel aan het verwijsarrangement van het Juridisch Loket? Dan kunt zich met behulp van het inschrijvingsformulier aanmelden.
In onze inschrijvingsvoorwaarden kunt u nalezen op welke rechtsterreinen de Raad deskundigheidseisen heeft gesteld. Verder hebben wij in deze overzichten op onze website voor u alle deskundigheidseisen op een rijtje gezet.
- Overzicht deskundigheidseisen voor inschrijving specialisaties
- Overzicht deskundigheidseisen voor voortzetting inschrijving specialisaties
Vanaf 1 januari 2021 worden in de inschrijvingsvoorwaarden afzonderlijke
deskundigheidseisen opgenomen voor arbeidsrecht, huurrecht en sociaal
zekerheidsrecht. Lees hierover meer in onze e-nieuwsbrief van 27 juni 2019.
U kunt de deskundigheidseisen voor toelating tot een specialisatie nalezen in onze inschrijvingsvoorwaarden. Verder hebben wij in dit overzicht op onze website voor u alle deskundigheidseisen voor toelating tot een specialisatie op een rijtje gezet. U kunt een verzoek tot inschrijving voor een specialisatie indienen met behulp van de inschrijvingsformulieren op onze website.
U kunt via ons openbare register op www.rechtsbijstand.nl zelf nagaan voor welke specialisaties u bij de Raad staat ingeschreven. Als u wilt weten voor welke voorkeursgebieden u bij de Raad staat ingeschreven, kunt u een e-mail sturen naar [email protected].
Vragen over de opleidingspunten eis
De cursussen die u bij de Raad opgeeft, moeten cursussen zijn die voldoen aan de voorwaarden die in de Verordening op de Advocatuur zijn gesteld voor het opgeven van cursussen voor de jaarlijkse CCV controle (Centrale controle op de Verordening) van de Nederlandse Orde van Advocaten. Zie daarvoor het gestelde in artikel 4.4. onder 4 sub a van de Verordening op de Advocatuur. Verder moet de inhoud van de gevolgde cursus betrekking hebben op de specialisatie waarvoor u de cursus bij de Raad wilt opgeven. Twijfelt u of u een cursus kunt opgeven voor een bepaalde specialisatie? Dan kunt u een e-mail sturen naar [email protected] met uw vraag en het programmaoverzicht van de cursus.
U moet de punten opsplitsen aan de hand van het toegekende aantal punten op het certificaat of, als dit niet duidelijk uit het certificaat blijkt, aan de hand van het cursusprogramma. Als bijvoorbeeld in een cursus vier punten jeugdstrafrecht en vier punten volwassenenstrafrecht worden behandeld, tellen de vier punten jeugdstrafrecht mee voor de voortzetting van de specialisatie jeugdzaken en tellen de vier punten volwassenenstrafrecht mee voor de voortzetting van de specialisatie strafrecht.
Nee, dezelfde opleidingspunten kunnen niet worden ingezet voor meerdere specialisaties.
De Raad heeft immers in de inschrijvingsvoorwaarden afzonderlijke deskundigheidseisen gesteld voor de diverse specialisaties. Opleidingspunten op het terrein van het jeugdstrafrecht kunnen zo bijvoorbeeld niet opgegeven worden voor de voortzetting van de specialisatie strafrecht en vice versa. De behaalde opleidingspunten binnen één cursus kunnen, zoals in de vraag hierboven is toegelicht, wel gesplitst worden en voor meerdere specialisaties worden ingezet als de cursus daarop betrekking heeft.
Ja, u kunt een tekort aan opleidingspunten die in een kalenderjaar voor de voortzetting van een specialisatie behaald moeten worden, compenseren met een overschot aan opleidingspunten dat u voor hetzelfde rechtsgebied in het voorafgaande kalenderjaar heeft behaald.
De Raad hanteert hierbij als richtlijn het gestelde in artikel 4.4 onder 4 sub b van de Verordening op de Advocatuur. U behaalt één opleidingspunt voor ieder half uur dat u academisch of postacademisch onderwijs heeft gegeven dat de praktijkuitoefening of de praktijkvoering ten goede komt. Het onderwijs moet voorts betrekking hebben op de specialisatie waarvoor u deze wilt opgeven. Het geven van onderwijs op het terrein van het (volwassenen) strafrecht kan bijvoorbeeld enkel opgegeven worden voor de voortzetting van de specialisatie strafrecht.
Vragen over de zaken eis
Op bijgaande tabel op kenniswijzer kunt u nalezen welke toevoegingen met welke zaakcode onder welke specialisatie vallen. Voor de voortzetting van een bepaalde specialisatie telt de Raad ook enkel die toevoegingen mee die volgens de tabel onder die specialisatie vallen. Zo kunnen jeugdstrafzaken bijvoorbeeld niet meetellen voor de voortzetting van de specialisatie strafrecht en vice versa.
De Raad betrekt extra uren op het terrein van een specialisatie in het aantal zaken dat u jaarlijks moet behandelen voor dezelfde specialisatie. 6 door de Raad toegekende extra uren worden daarbij meegewogen als 1 toevoeging. Heeft u bijvoorbeeld 10 straftoevoegingen ontvangen en in hetzelfde kalenderjaar 30 extra uren in een strafzaak gewerkt? Dan voldoet u aan de eis van 15 strafzaken (10 toevoegingen + 30/6=5 toevoegingen).
Nee, dezelfde zaken kunnen niet worden ingezet voor meerdere specialisaties. De Raad heeft immers in de inschrijvingsvoorwaarden afzonderlijke deskundigheidseisen gesteld voor de diverse specialisaties. Jeugdstrafzaken kunnen zo bijvoorbeeld niet opgegeven worden voor de voortzetting van de specialisatie strafrecht en vice versa.
Nee, piketzaken betrekken wij niet in de telling van het aantal zaken. De Raad gaat enkel uit van op uw naam afgegeven toevoegingen en betalende zaken.
Nee, zittingen die u heeft waargenomen voor een collega betrekken wij niet in de telling van het aantal zaken. De Raad gaat enkel uit van op uw naam afgegeven toevoegingen en betalende zaken.
Vragen per specialisatie: arbeidsongeschiktheid/zwangerschapsverlof
In het geval van zwangerschapsverlof (16 weken) verlaagt de Raad het door u te behalen aantal punten/te behandelen zaken in één kalenderjaar naar rato. Als de gehele zwangerschapsverlofperiode in 1 kalenderjaar ligt, verlagen we het aantal zaken/punten met een derde. Voor bijvoorbeeld de specialisatie strafrecht kunt u daarbij volstaan met het behandelen van 15*0,66= circa 10 strafzaken en 12*0,66=8 opleidingspunten.
De Raad hanteert voor wat betreft het vereiste aantal opleidingspunten als richtlijn het gestelde in artikel 4.4, 4.5 en 4.7 van de Verordening op de Advocatuur. Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent, dan moet u het volledige aantal punten dat op grond van de inschrijvingsvoorwaarden geldt voor de voortzetting van de inschrijving blijven behalen. Bent u volledig arbeidsongeschikt voor een periode korter dan 6 maanden? Dan geldt ook dat u het volledige aantal punten dat op grond van de inschrijvingsvoorwaarden geldt voor de voortzetting van de inschrijving moet blijven behalen. Heeft u de praktijk meer dan zes maanden niet meer kunnen uitoefenen door ziekte? Dan kunnen wij hiermee rekening houden als u bij de Raad van de Orde een beroep heeft gedaan op artikel 4.7 van de Verordening op de Advocatuur. U moet in dat geval het besluit van de Raad van de Orde op uw verzoek aan ons overleggen. Als u niet een dergelijk beroep bij de Raad van de Orde heeft gedaan, moet u op verzoek aan de Raad een verklaring van een onafhankelijk arts of arbeidsongeschiktheidsverzekeraar kunnen overleggen, waaruit de mate en duur van uw arbeidsongeschiktheid blijkt. Zodra u uw praktijk hervat, moet u uw opleidingspunten op het terrein van de specialisatie inhalen. De Raad hanteert hier als richtlijn het gestelde ten aanzien van de inhaalverplichting in artikel 4.7 lid 3 sub a en b van de Verordening op de Advocatuur.
Voorbeeld | In te halen aantal punten voor een specialisatie |
---|---|
U heeft minder dan twaalf maanden de praktijk in verband met ziekte niet uitgeoefend | Kwart van het aantal punten dat in de inschrijvingsvoorwaarden is bepaald voor de voortzetting van een specialisatie |
U heeft tussen de twaalf en vierentwintig maanden de praktijk in verband met ziekte | Helft van het aantal punten dat in de inschrijvingsvoorwaarden is bepaald voor |
U heeft meer dan vierentwintig maanden de praktijk in verband met ziekte niet uitgeoefend | Volledig aantal punten dat in de inschrijvingsvoorwaarden is bepaald voor de voortzetting van een specialisatie |
De Raad hanteert voor wat betreft het vereiste aantal zaken de volgende richtlijn:
In het geval van volledige arbeidsongeschiktheid verlaagt het aantal door u te behandelen zaken in één kalenderjaar naar rato. Bent u 6 maanden volledig arbeidsongeschikt binnen één kalenderjaar, dan kunt u bijvoorbeeld voor de specialisatie strafrecht daarbij volstaan met het behandelen van 15*0,50= afgerond circa 7 strafzaken. De Raad vraagt u u in dat geval de arbeidsongeschiktheid aan te tonen met de hierboven genoemde bewijsstukken.
Vragen per specialisatie: jeugdstrafrecht en civiel jeugdrecht
In bijlage 5 bij de inschrijvingsvoorwaarden voor civiel jeugdrecht en jeugdstrafrecht staat dat de mogelijkheid tot ontheffing door de Raad bestaat indien het zaaksaanbod op het terrein waar de regeling van toepassing is te gering is om aan deze voorwaarde te voldoen. Ook dan geldt wel de eis dat u ten minste één jeugdstrafzaak of één machtiging uithuisplaatsing accommodatie gesloten jeugdzorg heeft behandeld. De Raad gaat aan de hand van de cijfers over afgegeven toevoegingen aan alle advocaten in de regio na of het zaaksaanbod in de regio inderdaad te gering is.
Vragen per specialisatie: personen- en familierecht (advocaat)
Voor de specialisatie personen- en familierecht gelden voor advocaten en mediators afzonderlijke deskundigheidseisen. De deskundigheidseisen zijn opgenomen in de inschrijvingsvoorwaarden voor advocaten en voor mediators. Bent u advocaat én mediator? Dan moet u aan beide eisen voldoen. Dit betekent dat u jaarlijks tien opleidingspunten moet behalen en vijftien toevoegingen moet behandelen, waarvan ten minste zeven mediationzaken.
Nee, voor cassatiezaken op het terrein van het personen- en familierecht geldt niet dat u ingeschreven moet staan voor de specialisatie personen- en familierecht.
Vragen per specialisatie: personen- en familierecht (mediator)
Voor het kunnen opgeven van een door u gevolgde cursus bij de Raad wegens de voortzetting van de inschrijving van uw specialisatie personen- en familierecht als mediator gelden de volgende voorwaarden:
- De cursus moet bij de Stichting Kwaliteit Mediators van de Mediatorsfederatie Nederland (MfN) kunnen worden opgegeven wegens het onderhouden van uwvakbekwaamheid (48 PE punten per 3 jaar). Zie voor meer informatie de website van de MfN en;
- Het moet gaan om een mediationcursus op het terrein van personen- en familie: het gaat daarbij om vakinhoudelijke verdiepende cursussen waar specifieke mediationvaardigheden worden aangeleerd die van belang zijn voor het doen van mediations waarin Personen- en Familie(rechtelijke) aspecten spelen.
U kunt hierbij denken aan cursussen waarbij meer theoretische (vakinhoudelijke) kennis van de specialisatie centraal staan zoals juridische kaders bij een scheiding, alimentatierekenen, huwelijksvermogenrecht, fiscale en financiële gevolgen van een scheiding en ook de psychologische (gedragswetenschappelijke) aspecten van een scheiding: strijdende ouders en de rol van de kinderen in een scheidingsituatie.
Vragen per specialisatie: slachtofferzaken
Het specialisatievereiste slachtofferzaken geldt voor toevoegingen met zaakcode O013 (gewelds- en zedenmisdrijven met ernstig letsel) en Z110 (voeging benadeelde partij in strafproces). Voor toevoegingen met zaakcode Z180 (beklag niet vervolging) geldt het specialisatievereiste slachtofferzaken of strafrecht.
Vragen per specialisatie: psychiatrisch patiëntenrecht
Ja, in dat geval moet u jaarlijks minimaal twee werkgroepbijeenkomsten van de landelijke werkgroep (de vPan) volgen, zoals is aangegeven in artikel 6c van de inschrijvingsvoorwaarden.
Nee, voor cassatiezaken op het terrein van het psychiatrisch patiëntenrecht geldt niet dat u ingeschreven moet staan voor het psychiatrisch patiëntenrecht.
In artikel 6c van de inschrijvingsvoorwaarden staat dat er de mogelijkheid tot ontheffing door de Raad bestaat indien het zaaksaanbod op het gebied waarop de regeling van toepassing is, te gering is om aan deze voorwaarde te voldoen. De Raad gaat aan de hand van de cijfers over afgegeven BOPZ-toevoegingen aan de advocaten in de regio na of het zaaksaanbod in de regio inderdaad te gering is.