Wijziging deskundigheidseisen civiel jeugdrecht en jeugdstrafrecht vanaf 2026
De Raad voor Rechtsbijstand voert per 2026 in overleg met de Nederlandse Orde van Advocaten wijzigingen door in de deskundigheidseisen voor civiel jeugdrecht en jeugdstrafrecht. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste veranderingen.
Belangrijkste wijzigingen civiel jeugdrecht vanaf 2026
Nieuwe opleiding civiel jeugdrechtadvocaat:
- Advocaten moeten voor toelating een basisopleiding op het terrein van het civiele jeugdrecht volgen van 20 opleidingspunten. De Raad gaat begin 2025 in afstemming met de NOvA en VNJA uitvraag doen bij opleidingsinstellingen om deze opleiding op te zetten. In deze opleiding zal onder andere ook aandacht besteed worden aan het bijstaan van ouders bij uithuisplaatsingen, ondertoezichtstellingen en gezagsbeëindigende maatregelen en de bestuurlijke component in het civiel jeugdrecht.
Praktijkervaring:
- Advocaten moeten voor toelating vijf civiel jeugdrechtzaken meegelopen hebben met een civiel jeugdrechtadvocaat die hiervoor al drie jaar staat ingeschreven. . Hiervan mogen deel uitmaken: het bijstaan van een jeugdige bij een machtiging gesloten jeugdinrichting (zaakcode P042) of het bijstaan van een ouder bij een ondertoezichtstelling, een (niet-gesloten) uithuisplaatsing of een gezagsbeëindigende maatregel (zaakcode P043 of P044). De eis van het meegelopen hebben van één jeugdstrafzaak komt te vervallen. De eis om een jeugdstrafzaak mee te lopen, vervalt.
Inschrijving specialisatie civiel jeugdrecht voor ondertoezichtstellingen, uithuisplaatsingen en gezagsbeeindigende maatregelen
Vanaf 2026 kunnen alleen advocaten met de specialisatie civiel jeugdrecht toevoegingen ontvangen voor ondertoezichtstellingen, niet-gesloten uithuisplaatsingen en gezagsbeëindigende maatregelen. Advocaten die uitsluitend zijn ingeschreven voor personen- en familierecht komen hiervoor niet meer in aanmerking (i.v.m. niet altijd aanwezige relevante ervaring en deskundigheid op het terrein van het civiel jeugdrecht, dat in essentie ook een sterke bestuursrechtelijke component heeft).
Een overgangsregeling zal gelden voor advocaten die een minimumaantal toevoegingen met zaakcode P043 of P044 (ondertoezichtstellingen, niet-gesloten uithuisplaatsingen en gezagsbeëindigende maatregelen) behandelen. De details worden begin 2025 bekendgemaakt.
Lasten tot toevoeging voor plaatsingen accommodatie gesloten jeugdzorg
Advocaten kunnen vanaf 2026 kiezen of zij lasten tot toevoegingen voor plaatsingen in een accommodatie gesloten jeugdzorg van de rechtspraak willen ontvangen. Advocaten die nu al ingeschreven staan voor de specialisatie civiel jeugdrecht komen vanaf 2026 automatisch in aanmerking voor het ontvangen van deze lasten en kunnen zich er als ze dat willen voor afmelden. En we stellen andere advocaten die zich willen inschrijven voor civiel jeugdrecht in de gelegenheid om bij de Raad aan te geven of zij dergelijke lasten willen ontvangen.
Waarom deze wijzigingen?
De wijzigingen worden ingevoerd met de volgende redenen:
- De verwachte ‘combi-zittingen’ voor straf- en civiele jeugdrechtzaken waarbij straf- en strafkantonzaken, en civiele zaken rond één jongere tegelijk worden behandeld vanuit de gedachte dat in het jeugdrecht straf- en civiele aspecten met elkaar samenhangen c.q. naast elkaar spelen zijn niet breed doorgevoerd.
- De rol van het bestuursrecht in het civiele jeugdrecht is toegenomen, vooral sinds jeugdzorg onder gemeenten valt. Jeugdbeschermingsinstanties zijn bestuursorganen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en beslissingen van deze instanties worden door de rechter ook getoetst op grond van het algemene bestuursrecht.
- Het aantal gesloten uithuisplaatsingen neemt af, een daling die ook aan sluit bij het beleid van het kabinet om de gesloten jeugdzorg voor jongeren die zonder behandeling een risico voor zichzelf of hun omgeving vormen, af te bouwen. Het uitgangspunt daarbij is dat in 2030 geen enkele jongere nog in de gesloten jeugdzorg moet zitten.
- Het is belangrijk dat ook ouders bij ondertoezichtstellingen, niet-gesloten uithuisplaatsingen en gezagsbeëindigende maatregelen worden bijgestaan door een deskundige advocaat. Uit recent onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau Pro Facto in het kader van de evaluatie pilot kosteloze rechtsbijstand gezagsbeëindigende maatregelen en (eerste) uithuisplaatsingen blijkt ook dat rechtsbijstand van grote meerwaarde is voor ouders en bijdraagt aan een meer gelijkwaardige positie op zitting.
Wijzigingen jeugdstrafrecht vanaf 2026
Praktijkervaring:
- Advocaten moeten vijf jeugdstrafzaken meegelopen hebben met een jeugdstrafrechtadvocaat die hiervoor al drie jaar staat ingeschreven. De eis om een machtiging plaatsing gesloten jeugdinrichting mee te lopen, vervalt.
Opleidingspunten:
- Er zijn twaalf punten vereist op het gebied van jeugdstrafrecht. De eis om opleidingspunten te behalen op het terrein van het civiele jeugdrecht, vervalt.
Meer informatie
Rapport Pro Facto: ‘Ouders beter ondersteund bij kinderbeschermingszaken dankzij gratis advocaat’