Aanpassing beleidsregel tijdelijk aanvullende vergoeding 2020 en 2021
De Raad voor Rechtsbijstand past de beleidsregel over de tijdelijke aanvullende vergoeding voor rechtsbijstand en mediation in 2020 en 2021 aan. In overleg met het ministerie van Justitie en Veiligheid is besloten het subsidieplafond van 1.500 punten per kalenderjaar met terugwerkende kracht buiten werking te stellen. Dit betekent dat wordt afgezien van terugvorderingen van teveel betaalde tijdelijke toelage gesubsidieerde rechtsbijstand.
Met ingang van 1 januari 2020 geldt de beleidsregel van de Raad over verstrekking van een tijdelijke aanvullende vergoeding voor verleende rechtsbijstand en verrichte mediation in de jaren 2020 en 2021 (Stcrt. 2019, nr. 71110 d.d. 23 december 2019). Deze beleidsregel is destijds opgesteld in opdracht van de minister voor Rechtsbescherming. De Raad heeft u hierover via zijn nieuwsbrief op 20 december 2019 geïnformeerd.
Op grond van deze beleidsregel wordt per vastgesteld punt een aanvullende vergoeding van €10,88 (exclusief omzetbelasting) verstrekt, over toevoegingen die zijn verstrekt in de kalenderjaren 2020 en 2021, tot een maximum van 1.500 punten per kalenderjaar.
Deze beperking van 1500 punten betekende dat advocaten en mediators die de afgelopen jaren deze toevoegingen declareerden, te maken konden krijgen met een terugvordering.
In overleg met het ministerie van Justitie en Veiligheid is besloten om af te zien van deze terugvordering van teveel betaalde tijdelijke toelage gesubsidieerde rechtsbijstand, door het in de beleidsregel opgenomen subsidieplafond van 1.500 punten met terugwerkende kracht buiten werking te stellen.
De gewijzigde beleidsregel wordt begin 2025 gepubliceerd in de Staatscourant.
Vooruitlopend op deze wijziging heeft de Raad de terugvordering reeds gestaakt. De in 2021 en 2022 teruggevorderde bedragen worden op 24 december 2024 terugbetaald via het rekeningcourant van de betreffende advocaat of mediator.