Verdeling toeslagen personen- en familierecht: hoe zit het precies?
Per 1 september is scenario 1 rapport Commissie Van der Meer ingevoerd, conform de daarvoor gepubliceerde Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). In de komende reguliere nieuwsbrieven van de Raad gaan we in op vragen die we van u binnenkrijgen. Deze vindt u ook terug op onze website RvR.org bij de ‘Veelgestelde vragen’. In dit artikel: waarom verdeelt de Raad de vergoeding over de relevante toevoegingen, ook als één toevoeging wordt ingetrokken wegens resultaat?
De afhechtingstoeslag en de toeslag minderjarige kinderen zijn bij wet gekoppeld aan de mediation of bemiddeling als geheel, niet aan de toevoeging. Dit betekent dat voor de Raad relevant is of u voor één of voor beide partners een toevoeging heeft ontvangen. Is er één toevoeging verstrekt, dan heeft u recht op de volle toeslag op die toevoeging. Zijn er twee toevoegingen verstrekt? Dan verdeelt de Raad de toeslag evenredig over beide toevoegvergoedingen.
Verdeling toeslag ongeacht intrekking toevoeging?
Is één toevoeging verstrekt, dan betaalt de Raad op grond van de regelgeving de volle toeslag op die toevoeging.
Bij twee verstrekte toevoegingen zijn er twee declarabele zaken, ongeacht of er sprake is van een intrekking vanwege een resultaatbeoordeling of intrekking door hercontrole van het inkomen. De Raad verdeelt dan altijd de toeslagen over de twee declarabele zaken. De reden hiervoor is gelegen in de mogelijkheid dat de Raad een aan u verstrekte vergoeding moet gaan invorderen bij de rechtzoekende.
Als de Raad de toeslag(en) niet zou hebben verdeeld én de volledige toeslag zou zijn uitbetaald op de toevoeging van één van twee rechtzoekenden, dan zou deze meer terug moeten betalen dan waar hij wettelijk gezien verantwoordelijk voor kan worden gehouden. De werkzaamheden waarvoor de toeslagen worden toegekend zijn immers verricht voor beide partijen. Dit kan voorkomen bij resultaatbeoordeling en hercontrole van het inkomen.
Resultaatbeoordeling
Bij resultaatbeoordeling heeft u altijd het recht om uw werkzaamheden te declareren, ook als de toevoeging is ingetrokken op basis van resultaat.
Om die reden wordt bij declaratie gevraagd “Wilt u bij de intrekking van de toevoeging na resultaatbeoordeling de vergoeding ontvangen?”. Ook als u hier ‘nee’ kiest, vervalt de betalingstitel niet.
Het is mogelijk om de vergoeding later alsnog uit te laten keren, bijvoorbeeld als:
- het voornemen om de toevoeging in te trekken wordt geannuleerd. Dit kan het gevolg zijn van de reactie van de rechtzoekende op het voornemen of zwaarwegende omstandigheden;
- de toevoeging na bezwaar/(hoger)beroep van rechtzoekende wordt hersteld;
- u om wat voor reden dan ook alsnog vergoeding van de Raad wenst te ontvangen.
Als de rechtzoekende na resultaatbeoordeling geen recht blijkt te hebben op een toevoeging en u heeft een vergoeding ontvangen, vordert de Raad de verstrekte vergoeding in bij de rechtzoekende.
Hercontrole van het inkomen
Het is mogelijk dat één van de twee toevoegingen wordt ingetrokken, na de wettelijke hercontrole van het inkomen, als de toevoeging eerder is verstrekt op grond van nog niet door de Belastingdienst vastgesteld inkomen.
Een wijziging van de toevoeging tast ook hier uw mogelijkheid om de werkzaamheden te declareren niet aan. Als de rechtzoekende na hercontrole geen recht blijkt te hebben op een toevoeging en u heeft een vergoeding ontvangen, vordert de Raad de verstrekte vergoeding in bij de rechtzoekende.